De bevolkingsdichtheid in het IJzerbekken bedraagt 244 inwoners per km². Daarmee is het IJzerbekken het minst bevolkte bekken.
Doelgroep huishoudens
Deze pagina geeft een overzicht van items relevant voor de doelgroep huishoudens.
Deze pagina geeft een overzicht van items relevant voor de doelgroep huishoudens.
Met een zuiveringsgraad van 78% en een rioleringsgraad van 81% behaalt het IJzerbekken lage cijfers in vergelijking met het gemiddelde.
In het IJzerbekken is de druk voor stikstof grotendeels (82%) afkomstig van de landbouw. De druk voor fosfor is voor 70% afkomstig van de landbouw,
Het IJzerbekken kent in vergelijking met de andere bekkens een grote belasting met nutriënten en zuurstofbindende stoffen. Zowel de belasting met stikstof als de belasting met fosfor ligt hoger dan elders in Vlaanderen.
Voor de meeste zware metalen ligt de druk in het IJzerbekken in de lijn van het gemiddelde voor Vlaanderen.
In het IJzerbekken worden bij overstromingen met een grote kans van voorkomen de meest inwoners getroffen door pluviale overstromingen (ongeveer 3.500 personen bij een overstroming van deze omvang die zich gemiddeld eens in 10 jaar voordoet).
Zowel bij pluviale als fluviale overstromingen overstroomt in het IJzerbekken vooral weiland en akkerland.
De Brugse Polders is één van de minder dicht bevolkte bekkens. De bevolkingsdichtheid bedraagt 369 inwoners per km².
Met een zuiveringsgraad van 86 % en een rioleringsgraad van 86,5% behoort het bekken van de Brugse Polders in vergelijking met de andere bekkens tot de middenmoot.
In het bekken van de Brugse Polders is de druk voor stikstof voor ruim 69% afkomstig van de landbouw.
Het bekken van de Brugse Polders kent in vergelijking met de andere bekkens een hogere belasting met nutriënten. De belasting met zuurstofbindende stoffen ligt dan weer iets lager dan in de meeste bekkens.
Voor de meeste zware metalen ligt de druk in het bekken van de Brugse Polders beduidend een stuk lager dan het gemiddelde voor Vlaanderen met uitzondering van het metaal koper.
Het grootste aantal potentieel getroffen inwoners in het bekken van de Brugse Polders komt door overstromingen vanuit zee. Inwoners die in een vallei wonen, kunnen getroffen worden door zowel fluviale als pluviale overstromingen.
Voor het bekken van de Brugse Polders valt het op dat het voornamelijk om weiland gaat dat overstroomt,
De sedimenttoevoer naar de waterloop wordt in het bekken vooral veroorzaakt door oevererosie.
De bevolkingsdichtheid in het bekken van de Gentse Kanalen bedraagt 499 inwoners per km².
n het bekken van de Gentse Kanalen is de druk voor stikstof voor meer dan de helft (55%) afkomstig van de landbouw.De druk voor fosfor is quasi gelijkmatig afkomstig van de landbouw, huishoudens en RWZI’s.
Het bekken van de Gentse Kanalen kent in vergelijking met de andere bekkens een vergelijkbare belasting met nutriënten en zuurstofbindende stoffen.
Voor de meeste zware metalen is de uitstoot in het bekken van de Gentse Kanalen gemiddeld tot laag in vergelijking met andere bekkens.
In het bekken van de Gentse Kanalen worden de meeste inwoners getroffen door pluviale overstromingen (tot 2500 personen bij een overstroming van deze omvang die zich gemiddeld eens in 10 jaar voordoet).
Vooral weiland overstroomt in het bekken van de Gentse Kanalen maar ook akkerland.
Bodemerosie is een relatief beperkt probleem in het bekken van de Gentse Kanalen en komt vooral voor in de meer reliëfrijke gebieden in het oosten (Molenbeek, Belselebeek) en westen van het bekken (Poekebeek).
Zo’n 135 km² (14 % van de oppervlakte van het bekken) is bestemd voor wonen. Vergeleken met de andere bekkens situeert het Leiebekken zich hiermee boven het gemiddelde.
Met een zuiveringsgraad van 79 % en een rioleringsgraad van 84 % behoort het Leiebekken in vergelijking met de andere bekkens tot de lagere waarden.
n het Leiebekken is de druk voor stikstof grotendeels (59 %) afkomstig van de landbouw. De druk voor fosfor is vooral afkomstig van de huishoudens (36 %),
Het Leiebekken kent in vergelijking met de andere bekkens een grote belasting met nutriënten.
De druk van zware metalen is in het Leiebekken voor alle bemeten parameters gemiddeld t.o.v. de andere bekkens.
In het Leiebekken worden veel inwoners getroffen door pluviale overstromingen (tot 6.000 personen bij een overstroming van een omvang die zich gemiddeld eens in 10 jaar voordoet). Inwoners die in een vallei wonen, kunnen getroffen worden door zowel fluviale als pluviale overstromingen.