Landgebruik in overstroombaar gebied
Bij kustoverstromingen met middelgrote kans (eens in de 100 jaar) valt het grote aandeel op van woongebied en industrieel gebied. Bij een kleine kans op voorkomen (eens in de 1000 jaar) is het overstroomde areaal groter en betreft vooral akkerland.
Zowel bij pluviale als fluviale overstromingen overstroomt in het IJzerbekken vooral weiland en akkerland. Bij fluviale overstromingen overstroomt iets meer weiland. Dit komt omdat valleigronden van de waterlopen vaak als weiland in gebruik zijn. Hun aandeel neemt af naarmate een overstroming een kleinere kans op voorkomen heeft. Natuurgebied vormt maar een klein deel van de oppervlakte dat overstroomt. Het areaal woongebied dat overstroomt neemt toe zowel bij een pluviale als fluviale overstroming van overstromingen met grote kans naar overstromingen met een kleine kans. Al blijft het aandeel woongebied dat overstroomt beperkt (minder dan 10%).