Afbakening overstromingsgebieden
Het actief inschakelen van overstromingsgebieden kan op verschillende manieren gebeuren. Waterbeheerders kunnen gronden verwerven en daarop een overstromingsgebied inrichten. Ze kunnen er ook voor opteren om een gebied af te bakenen als overstromingsgebied.
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 voorziet de mogelijkheid om een overstromingsgebied af te bakenen. Een overstromingsgebied kan afgebakend worden in een stroomgebiedbeheerplan, een wateruitvoeringsprogramma of door een beslissing van de Vlaamse Regering (cfr. DIWB). Mits gegronde motivatie kan een overstromingsgebied ook ten alle tijden tussentijds afgebakend worden (cfr. uitvoeringsbesluit Financiële Instrumenten).
In afgebakende overstromingsgebieden zijn de financiële instrumenten recht van voorkoop, aankoopplicht en vergoedingsplicht van het decreet Integraal Waterbeleid van toepassing. Het recht van voorkoop integraal waterbeleid kan toegepast worden op percelen die voor de helft of meer binnen een afgebakend overstromingsgebied liggen. In bepaalde gevallen kunnen eigenaars van gronden binnen een afgebakend overstromingsgebied de overheid tot aankoop ervan verplichten (aankoopplicht). De vergoedingsplicht is van toepassing op onroerende goederen die in een afgebakend overstromingsgebied liggen, de gebruiker (landbouwer of bosbouwer) kan dan aanspraak maken op een vergoeding voor het inkomstenverlies dat het gevolg is van het actief inschakelen ervan in de waterbeheersing.
Met de voorliggende stroomgebiedbeheerplannen worden de volgende overstromingsgebieden afgebakend. Initiatiefnemer is telkens de Vlaamse Milieumaatschappij.
bekken | overstromingsgebied |
---|---|
Benedenscheldebekken | |
Dijle-Scheldebekken | |
Maasbekken |
|
Bovenscheldebekken |