Druk vanuit de sectoren
In het Leiebekken is de druk voor stikstof grotendeels (59 %) afkomstig van de landbouw. Huishoudens (= niet aangesloten woningen en woningen voorzien van een IBA) en depositie zijn elk verantwoordelijk voor 14 % van de druk voor stikstof. Zo'n 11 % is afkomstig van RWZI's.
In absolute vuilvrachten scoort het Leiebekken net iets hoger dan het gemiddelde van alle bekkens. Als de oppervlakte van het bekken mee in beschouwing wordt genomen, scoort het Leiebekken bij de hoogste bekkens.
De druk voor fosfor is vooral afkomstig van de huishoudens (34 %), RWZI’s (30 %) en landbouw (30 %). De absolute vuilvracht is gelijk aan het gemiddelde van alle bekkens, maar de relatieve waarde ligt bij de bekkens met de hoogste druk.
Niet gesaneerde lozingen van huishoudens en het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallaties zorgen voor de grootste druk (samen 82 %) van zuurstofbindende stoffen, bedrijven hebben een aandeel van 18 % in de CZV-druk. Voor CZV is de absolute druk in het Leiebekken groter dan het gemiddelde van de Vlaamse bekkens.
Evolutie drukken
De totale drukken voor de drie parameters nemen de afgelopen jaren af.
Voor stikstof stellen we op langere termijn (2012 – 2017) een daling vast zonder een grote verschuiving van het aandeel van de vrachten per sector. De druk vanuit depositie blijft ongeveer op hetzelfde niveau. De drukken van de bedrijven en diensten, de huishoudens, de RWZI’s en landbouw zijn afgenomen.
Opm: de druk van CZV op het watersysteem wordt enkel begroot voor de huishoudens, bedrijven en diensten en rioolwaterzuiveringsstations. De landbouw zal als sector ook een aanzienlijke bijdrage leveren aan CZV, maar deze is tot op heden niet gekend.