Zowel bij pluviale als fluviale overstromingen overstroomt in het Leiebekken vooral weiland.
Doelgroep huishoudens
Deze pagina geeft een overzicht van items relevant voor de doelgroep huishoudens.
De sedimenttoevoer naar de waterloop wordt in het Leiebekken vooral veroorzaakt door bodemerosie.
De bevolkingsdichtheid in het Denderbekken bedraagt 541 inwoners per km².
Met een zuiveringsgraad van 85 % en een rioleringsgraad van 87% behoort het Denderbekken in vergelijking met de andere bekkens tot de middenmoot.
In het Denderbekken is de druk voor stikstof voor de helft afkomstig van de landbouw. De druk voor fosfor is quasi gelijkmatig afkomstig van de landbouw, huishoudens en RWZI’s.
Het Denderbekken kent in vergelijking met de andere bekkens een vrij kleine belasting met nutriënten en zuurstofbindende stoffen.
De druk van arseen, chroom en lood is voor een klein bekken als dat van de Dender vrij hoog.
In het Denderbekken worden de meeste inwoners getroffen door pluviale overstromingen (tot 500 personen bij een overstroming van deze omvang die zich gemiddeld eens in 10 jaar voordoet).
Zowel bij pluviale als fluviale overstromingen overstroomt in het Denderbekken vooral (iets meer dan de helft) weiland.
De sedimenttoevoer naar de waterloop wordt in het Denderbekken vooral veroorzaakt door bodemerosie.
De bevolkingsdichtheid in het Demerbekken bedraagt ongeveer 365 inwoners per km².
Met een zuiveringsgraad van 79 % en een rioleringsgraad van 83% loopt het Demerbekken in vergelijking met de andere bekkens achter op vlak van waterzuivering.
n het Demerbekken is de druk voor stikstof voor bijna de helft afkomstig van de landbouw. De druk voor fosfor is bijna 40% afkomstig van huishoudens.
Het Demerbekken kent in vergelijking met de andere bekkens een hoge belasting met nutriënten en zuurstofbindende stoffen.
In vergelijking met andere bekkens is er in het Demerbekken duidelijk een grotere druk op de waterlopen van nikkel, zink, cadmium, chroom, kwik, en lood.
In het Demerbekken worden de meeste inwoners getroffen door pluviale overstromingen (tot 12.000 personen bij een overstroming van deze omvang die zich gemiddeld eens in 10 jaar voordoet).
Zowel bij pluviale als fluviale overstromingen overstroomt in het Demerbekken vooral weiland.
De sedimenttoevoer naar de waterloop wordt in het Demerbekken vooral veroorzaakt door bodemerosie.
De bevolkingsdichtheid in het Maasbekken bedraagt 272 inwoners per km², hetgeen laag is in vergelijking met andere bekkens, en ver onder het Vlaamse gemiddelde van 460 inwoners per km² is.
Met een zuiveringsgraad (% inwoners aangesloten op een zuiveringssysteem) van 88 % en een rioleringsgraad van 88,5 % scoort het Maasbekken één van de hoogste in vergelijking met de andere bekkens.
Het Maasbekken zit wat stikstof en zuurstofbindende stoffen betreft bij de middenmoot indien we vergelijken met de andere bekkens.
Het Maasbekken heeft over het algemeen een lage concentratie aan zware metalen in vergelijking met de andere bekkens.
In het Maasbekken worden de meest inwoners getroffen door pluviale overstromingen (bijna 4000 personen bij een overstroming die zich gemiddeld eens in 10 jaar voordoet).
Bij fluviale overstromingen overstroomt in het Maasbekken vooral weiland, natuur en water.
De sedimenttoevoer naar de waterloop wordt in het Maasbekken vooral veroorzaakt door bodemerosie.
De bevolkingsdichtheid in het Benedenscheldebekken bedraagt 863 inwoners per km². Daarmee is het Benedenscheldebekken het dichtst bevolkte bekken.
Met een zuiveringsgraad van 89% en een rioleringsgraad van 91% scoort het Benedenscheldebekken in vergelijking met de andere bekkens goed.
In het Benedenscheldebekken is de druk voor stikstof voor ruim een kwart (27%) afkomstig van de landbouw. Wat betreft de druk voor fosfor hebben de RWZI's met 36 % het grootste aandeel.
Het Benedenscheldebekken kent in vergelijking met de andere bekkens een grote belasting met nutriënten en zuurstofbindende stoffen.