Hydromorfologische veranderingen
Structuurkwaliteit
De structuurkwaliteit beïnvloedt in belangrijke mate het halen van een goede ecologische toestand. De structuur van de waterloop is in het verleden echter vaak onderhevig geweest aan menselijke invloeden (waterkracht, transport, waterbeheer,…). In het Leiebekken is hierdoor slechts 5 % van de waterlopen goed op dit vlak.
Vooral de deelmaatlatten alluviale processen, oever, bedding en profiel laten vaak te wensen over. Deze deelmaatlatten scoren iets slechter dan het Vlaamse gemiddelde. Grootschalige herkalibratiewerken zoals het uitdiepen en indijken ten behoeve van de scheepvaart en het verhogen van de afvoercapaciteit, resulteren in slechte scores voor deze parameters.
De Palingbeek en de Oude Mandel hebben een goede beoordeling voor hydromorfologie. Deze waterlopen hebben goede oevers, meanders en een goede stroming. De slechtste waterlopen in het Leiebekken op vlak van hydromorfologie zijn de Despierrebeek, de kanalen en de Leie. Ook in de afstroomgebieden van de Gaverbeek scoren verschillende waterlopen ontoereikend, zoals de Kasselrijbeek, de Keibeek en de Gaverbeek zelf. De grootste knelpunten zijn de deelmaatlatten profiel, bedding en alluviale processen.
De Leie werd ingedijkt en veel meanders zijn afgesneden. Hierdoor werd het riviermilieu eenvormig gemaakt en verdwenen paaiplaatsen voor vissen. De natuurlijke relatie tussen de rivier en haar vallei werd grotendeels verbroken. Door rivierherstel in het kader van het project Seine-Schelde wordt getracht om de natuurlijke waarde te herstellen.
Voor een uitgebreidere beschrijving van de structuurkwaliteit in het bekken, zie hoofdstuk toestand.
Vismigratieknelpunten
Het waterlopennetwerk is sterk versnipperd door de aanwezigheid van allerlei barrières. Naargelang de aard en de locatie van de barrière is de impact meer of minder belangrijk op de visgemeenschappen. Verschillende vissoorten kennen een verschillend paai- en migratiegedrag. De knelpunten zijn dan ook in zekere mate vis-afhankelijk.
Voor het herstel van vrije vismigratie in Vlaanderen is, in uitvoering van de Benelux-beschikking, een prioriteitenkaart opgesteld waarop de belangrijkste waterlopen voor het visbestand staan aangeduid en die dus als eerste knelpuntvrij moeten worden gemaakt (prioriteit 1+2).
In het Leiebekken zijn de Leie, de Toeristische Leie en de Geluwebeek als prioritaire waterlopen voor vismigratie aangeduid.
In totaal zijn er in het Leiebekken een 25-tal geïnventariseerde vismigratieknelpunten aanwezig. Van kleine drempels in de bovenlopen tot grote uitwateringsconstructies of sluizen op de kanalen.
Vismigratie vanuit andere bekkens naar het Leiebekken kent een knelpunt aan het sluizencomplex in Merelbeke in het bekken van de Gentse Kanalen. Bij het oplossen van dit migratieknelpunt zal meer migratie naar het Leiebekken mogelijk zijn en zal het visbestand rijker worden.
Daarnaast moeten de vissen vanuit de Leie in de zijwaterlopen kunnen trekken. Op de Gaverbeek die afwatert richting Waregem vormen de stuwen nog vijf op te lossen vismigratieknelpunten. Deze bevinden zich ter hoogte van de monding in de Leiemeander te Sint-Baafs-Vijve, net opwaarts RWZI Waregem, ter hoogte van park Casier, net opwaarts de hippodroom en net opwaarts de Expresweg. In de Gaverbeek die afwatert richting Harelbeke vormt de lange inkokering een probleem voor vissen door te weinig licht en bijgevolg te weinig voedsel. Op andere waterlopen, zoals bijvoorbeeld de Heulebeek en de Kasselrijbeek, zorgen de betonnen oevers en bodem er voor dat vissen bij veel regenval wegspoelen.
Ook op onder andere de Markebeek met een geschikt leefgebied voor vissen vormt een drempeltje van tien centimeter een niet te overbruggen knelpunt, en zeker in droge perioden als er nauwelijks debiet is.
Op het geoloket vismigratie kan u vismigratieknelpunten of gerealiseerde visdoorgangen opzoeken.