Druk vanuit saneringsinfrastructuur
Restvracht RWZI’s
In het Dijle-Zennebekken zijn er 33 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) actief; 11 (kleinere) installaties, bijvoorbeeld enkele KWZI's in Pepingen , zijn nog gepland. Het afvalwater dat via de riolering aankomt in een RWZI wordt (zo goed mogelijk) gezuiverd alvorens het geloosd wordt in de waterloop. De RWZI’s moeten voldoen aan het vooropgestelde zuiveringsrendement en aan de maximumnormen voor de effluentconcentraties opgenomen in de milieuvergunning. Ondanks die eisen bevat het effluent van de RWZI's nog steeds een restvracht, wat de druk van de RWZI’s op het oppervlaktewater verklaart.
In het Dijle-Zennebekken zijn er verschillende gebieden waar RWZI’s een grote impact hebben op de waterkwaliteit. Zo zorgt de RWZI van Huldenberg, die door hoge mate van verdunning heel wat overstortwerking kent, voor een belangrijke druk op de Ijse. Het effluentwater van de installatie in Oud-Heverlee dat in de vrij kleine Vaalbeek terecht komt is dan weer een heel belangrijke bron van nutriënten in die beek. Voor de Barebeek was de RWZI Zemst-Hofstade voor zijn renovatie ook een belangrijke bron van vuilvracht.
Overstorten
Het Dijle-Zennebekken telt veel overstorten. Bij een overstort in werking komt het ongezuiverde rioolwater verdund in het oppervlaktewater terecht en zorgt zo voor een druk op de (ecologische) waterkwaliteit. Van de beoordeelde overstorten in het Dijle-Zennebekken (48 in 2017) scoort het merendeel matig (25) of goed (21), 1 overstort (RWZI Neerijse) scoort slecht en 1 ontoereikend (langs de Expreseweg N25 in Heverlee).
Verdunning
De mate van verdunning is vaak een indicatie voor overstortwerking. Een hoge mate van verdunning wijst immers vaak op de aansluiting van grachten en grote oppervlakten waarbij het hemelwater in het rioolstelsel terechtkomt. In het Dijle-Zennebekken vormt verdunning een groot probleem in de zuiveringsgebieden van Huldenberg, Boortmeerbeek, Kortenberg, Steenokkerzeel-Noord en Steenokkerzeel-Zuid.