Overstromingsrisico
In het IJzerbekken is het overstromingsrisico (dit is de kans dat zich een overstroming voordoet in combinatie met de mogelijke negatieve gevolgen voor de gezondheid van de mens, het milieu, het cultureel erfgoed en de economische bedrijvigheid) vergeleken met de rest van Vlaanderen vrij groot: bijna 7% van de oppervlakte van het bekken overstroomt bij een overstroming (fluviaal + pluviaal+kust) met grote kans op voorkomen (T10, dwz de kans dat die overstroming van deze omvang zich voordoet is gemiddeld 1 keer in de 10 jaar). Dit hoge percentage is te wijten aan de weidse overstromingen in de IJzervlakte. Bij een overstroming met kleine kans (T1000) stijgt het overstroombaar gebied tot 20% van het bekken. Deze grote uitbreiding is te wijten aan de overstromingen vanuit de zee ten gevolge van bressen die zich met kleine kans voordoen in het IJzerbekken. Het IJzerbekken is kwetsbaar voor zowel pluviale, fluviale als kustoverstromingen.
Het meest overstromingsgevoelig voor fluviale overstromingen is het opwaartse traject van de IJzer (een grote kans op overstromingen tot 16% van het afstroomgebied). De poldergebieden hebben een kleine kans op kustoverstromingen, maar het gaat dan meteen over een groot gebied (bijvoorbeeld tot 51% van het afstroomgebied van het Ieperleed).