Druk vanuit niet gesaneerde lozingen huishoudens
Met een zuiveringsgraad van 68% en een rioleringsgraad van 72% scoort het Bovenscheldebekken in vergelijking met de andere bekkens niet goed.
De voorbije 25 jaar is er heel wat geïnvesteerd in saneringsinfrastructuur in het Bovenscheldebekken. Toch zijn er nog veel knelpunten. Vooral in de afstroomgebieden van de Molenbeek-Maarkebeek, Molenbeek-Beiaardbeek en de Scheldemeersen (ten noorden van de Boven-Schelde) moet nog heel wat saneringsinfrastructuur aangelegd worden. (zie collectief te optimaliseren buitengebied op het zoneringsplan)
In het Bovenscheldebekken zal ongeveer 5% van de inwoners niet aangesloten worden op de centrale rioleringsinfrastructuur. Dat afvalwater moet via een IBA (individuele behandelingsinstallatie afvalwater) gezuiverd worden. Slechts 14% van de IBA’s is reeds geplaatst. Gezien deze disperse lozingen zich vaak in de kleinere waterlopen situeren, kan de lokale impact van die huishoudelijke lozingen wel belangrijk zijn . Onder meer in Wortegem-Petegem, Kluisbergen, Maarkedal en Zwevegem moeten nog heel wat IBA’s aangelegd worden. (zie individueel te optimaliseren buitengebied op het zoneringsplan)