Transport
Via 4 kanalen die het Maasbekken doorkruisen en de Gemeenschappelijke Maas (van Geistingen tot aan de grens) worden goederen vervoerd binnen Vlaanderen en richting Wallonië en Nederland. Ongeveer 150 km van de waterlopen in het bekken (7% van de lengte aan waterlopen) is bevaarbaar.
Het Albertkanaal is economisch gezien het belangrijkste kanaal in het bekken en vormt de rechtstreekse verbinding tussen Luik (Maas) en de haven van Antwerpen (Schelde). Een tiende van het Albertkanaal ligt in het Maasbekken.
Het kanaal Briegden-Neerharen is een kort kanaal dat zorgt voor de verbinding tussen het Albertkanaal en de Zuid-Willemsvaart. De Zuid-Willemsvaart is belangrijk voor de doorvaart tussen de Maas en het kanaal Bocholt-Herentals dat de Zuid-Willemsvaart in Bocholt (Maasbekken) met het Albertkanaal in Herentals (Netebekken) verbindt. Het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten ten slotte verbindt het kanaal Bocholt-Herentals in Dessel met het Albertkanaal in Schoten.
De Gemeenschappelijke Maas wordt enkel in het meest noordelijke deel (tussen de Spaanjerd plas en de grens) gebruikt voor beroepsscheepvaart. Verder stroomafwaarts is tot aan de plas Heerenlaak ook pleziervaart toegelaten.
Op de Zuid-Willemsvaart zijn ook twee waterkrachtcentrales thv sluis 18 (Bocholt) en sluis 17 (Lozen). Deze zijn goed voor een totaal vermogen van 160 kilowatt elektrisch vermogen.
Op het Albertkanaal en de Zuid-Willemsvaart worden vooral bouwmaterialen vervoerd, terwijl op het kanaal Briegden-Neerharen de grootste vervoerde tonnage ligt bij de nijverheidsproducten.
De kanalen worden gevuld vanuit de Maas en hebben dus initieel dezelfde waterkwaliteit. Er zijn verschillende bedrijven en RWZI'S die in de kanalen lozen, en een beperkt aantal waterlopen monden er in uit. Daarnaast zijn er incidentele lekken van onder meer smeerolie en diesel, die de waterkwaliteit van de waterwegen beïnvloeden.
Het peilbeheer op de waterwegen staat voornamelijk in het teken van het garanderen van voldoende diepgang en veilige doorvoerhoogte onder bruggen e.d. voor de scheepvaart. Door (pro)actief beheer van waterpeilen garanderen de waterbeheerders een voldoende veiligheidsniveau.
In tijden van droogte kan waterschaarste in de kanalen voorkomen, waardoor scheepvaart beperkt wordt (diepteligging) of schutverliezen beperkt worden door schepen samen door te sluizen. Dergelijke maatregelen zorgen o.a. voor vertragingen van het transport.
Informatie over de invloed van de sector op het water (en omgekeerd) vindt u in het hoofdstuk drukken.