Landbouw
Binnen het Maasbekken zijn landbouwactiviteiten ruim aanwezig. De totale oppervlakte aan landbouwgebruiksareaal bedraagt 808 km² (50% van de bekkenoppervlakte). Hiermee situeert het Maasbekken zich in de middenmoot t.o.v. de andere bekkens.
Grasland en maïs maken het merendeel uit van het landbouwareaal. Veeteelt komt vooral voor in Noorderkempen (Hoogstraten, Merksplas, …). Ook de glastuinbouw (groenten en aardbeienteelt) is sterk geconcentreerd in de Noorderkempen. Groententeelt in open lucht komt lokaal in het noorden van Limburg voor. In deze regio komt ook de (diepvries)groenten verwerkende industrie voor. Ten zuiden van het Albertkanaal worden meer andere granen (o.a. tarwe, gerst), bieten en aardappelen geteeld.
Op basis van gemeentestatistieken Mestbank van 2016 telt het Maasbekken 353.000 grootvee-eenheden (GVE). In vergelijking met andere bekkens heeft het Maasbekken, op het IIzerbekken na, de grootste veebezetting van Vlaanderen (met een gemiddelde van 179.727 GVE). Veeteeltbedrijven (graasdieren) vormen hierin de grootste groep (43%). Varkens zijn goed voor 37% en pluimvee voor 18% van de totale GVE. Het Maasbekken heeft een grote veebezetting (runderen, varkens en pluimvee) die de laatste jaren ook sterk gestegen is. (Recente gegevens kan u hier raadplegen).
De sector landbouw draagt in sterke mate bij aan de hoge belasting met nutriënten (stikstof en fosfor) en pesticiden van de waterlopen. Enerzijds door diffuse afspoeling en (historische) uitloging van landbouwpercelen. Ten zuiden van het Albertkanaal (Jeker, Voer) wordt deze problematiek versterkt door de toenemende erosiegevoeligheid (zie ook hoofdstuk Erosie). Anderzijds veroorzaken ook puntlozingen van mest- en erfsappen bij landbouwbedrijven een aanzienlijke verontreiniging. Dit is een veel voorkomende problematiek in de Noorderkempen, maar ook bij Horstgaterbeek in Limburg.
Water is de belangrijkste grondstof voor de teelt van gewassen of voor de veeteelt. In lange droge perioden is de vraag naar water echter groter dan het aanbod en dit heeft gevolgen voor de landbouwsector. Rekening houdend met de stijging in melkkoeien en pluimvee is de vraag naar kwalitatief water verder toegenomen. In Vlaanderen heeft het Maasbekken het grootste vergunde jaardebiet (grondwater) voor landbouwbedrijven (Danckaert S. & Lenders S. (2018) Waterverbruik en -beschikbaarheid in landbouw en agrovoeding, Departement Landbouw en Visserij, Brussel). Binnen de landbouwsector heeft de veeteelt dan de grootste watervraag.
Veel weilanden liggen in valleigebieden en dus in natuurlijke overstromingsgebieden van waterlopen die in de winter overstromen. Problematisch voor de landbouwsector wordt het wanneer overstroomde gronden moeten bewerkt worden of wanneer wateroverlast de oogst aantast.
Informatie over de invloed van de sector op het water (en omgekeerd) vindt u in het hoofdstuk drukken.