Overstromingsrisico
In het Benedenscheldebekken is het overstromingsrisico (dit is de kans dat zich een overstroming voordoet in combinatie met de mogelijke negatieve gevolgen voor de gezondheid van de mens, het milieu, het cultureel erfgoed en de economische bedrijvigheid) vrij groot in verhouding tot de rest van Vlaanderen: ruim 4% van de oppervlakte van het bekken overstroomt bij een overstroming (fluviaal + pluviaal) met grote kans op voorkomen (T10, dwz de kans dat die overstroming van deze omvang zich voordoet is gemiddeld 1 keer in de 10 jaar). Bij een overstroming met kleine kans (T1000) stijgt dit tot 12%. Het Benedenscheldebekken is kwetsbaar voor zowel pluviale als fluviale overstromingen.
Het meest overstromingsgevoelig zijn de afstroomgebieden van de Grote Molenbeek-Vliet en de Benedenvliet. Opvallend is verder de fluviale overstromingsgevoeligheid langs de Zeeschelde en de Getijdedurme bij kleine overstromingskans.