Waterschaarste en droogte
Aanhoudende droogte leidt tot hinder voor de sectoren door het tekort aan water en door droogtemaatregelen die genomen of opgelegd worden. Waterbeheerders, waterbedrijven en andere overheidsdiensten stellen een hoger peil in, passen de stuwregeling voor schepen aan, voorzien voeding vanuit andere waterlopen enz. om de impact van de droogte te verminderen. Bijkomend legt de minister of de gouverneur zo nodig watergebruiksbeperkingen voor specifieke toepassingen op, stelt een captatieverbod in of vaardigt een recreatieverbod uit omwille van de aanwezigheid van toxische blauwalgen.
Ingestelde droogtemaatregelen kan u raadplegen via www.opdehoogtevandroogte.be.
Lagere peilen en afvoeren in de waterlopen hebben verhoogde watertemperaturen, lage(re) zuurstofconcentraties, hogere concentraties aan polluenten en zouten, een verminderde werking van visdoorgangen, droogval, enz. tot gevolg. Dit kan leiden tot een verslechterde ecologische toestand. Ook de kans op acute ecologische problemen zoals vissterfte, (blauw)algenbloei, botulisme, ... neemt toe. Daarom worden bij lage waterpeilen captatieverboden ingesteld.
In de zomer van 2018 stelde gouverneur Berx een captatieverbod in voor de onbevaarbare waterlopen van de provincie Antwerpen. In 2019 werd het captatieverbod ingesteld op de ecologisch kwetsbare waterlopen binnen de provincie Antwerpen. In het Benedenscheldebekken werd dit ingesteld voor alle waterlopen binnen de stroomgebieden van het Groot Schijn, de Laarse Beek en het Antitankkanaal. In 2020 werden captatieverboden ingesteld in nagenoeg heel de provincie Antwerpen.
In de provincie Oost-Vlaanderen werd in 2019 een captatieverbod ingesteld op de volgende ecologisch belangrijke waterlopen in het Benedenscheldebekken: stroomgebied van het Donkmeer en Berlarebroek, stroomgebied van de Kalkense Vaart, stroomgebied van de Molenbeek-Kottembeek, stroomgebied van de Bouwbeek en de Oude Durme. In 2020 werd in grote delen van de provincie een captatieverbod ingesteld. Het ging in het Benedenscheldebekken over alle onbevaarbare waterlopen ten zuiden van de Schelde, en de afstroomgebieden van de Kalkense Vaart, de Voorste Sloot, de watergang van de Hoge Landen (uitgezonderd 1e categorie), de Noord-Zuidverbinding, de Rietveldbeek en de Barbierbeek.
Ook op de kanalen werden maatregelen genomen: aan het Albertkanaal werden in 2018 en 2019 de waterkrachtcentrales in Wijnegem, Olen en Ham stilgelegd om water te besparen. In Olen en Ham (Netebekken) werden deze centrales ingeschakeld als pompen. Zo kon er dagelijks water teruggepompt worden naar de hogere delen van het Albertkanaal en verhinderd worden dat er water verloren gaat tussen de sluizencomplexen. Watervangen voor landbouw en natuur op het Albertkanaal en de Kempense kanalen werden tijdelijk met 80 procent verminderd. De waterafvoer voor irrigatie van landbouw- en natuurgebieden werd teruggebracht met een schuif die zich in de oever van het kanaal bevindt.
In 2020 werden op de bevaarbare waterlopen verschillende maatregelen genomen. Om schutverliezen te beperken, werd op verschillende kanalen en rivieren vooral pleziervaart maar plaatselijk ook beroepsvaart gegroepeerd geschut (o.a. sluis Merelbeke, Wijnegem, en sluizen 1,2 en 3 Kanaal Bocholt-Herentals). In Merelbeke werd maar met 1 van de 2 sluizen geschut. In augustus en september werd daar ook niet geschut bij laagtij, om groot waterverlies bij groot verval te beperken. Op de sluizen van het Albertkanaal in Wijnegem werd een mobiele pompinstallatie geplaatst om water naar het bovenpand terug te pompen. De watervangen langs het Albertkanaal en Kempische kanalen ten behoeve van landbouwirrigatie en natuur werden, in de periode van 10/07/2020 tot 14/11/2020, voor 80% dichtgezet. Stuw 2 in Merelbeke leidt aanzienlijk lekverlies, waardoor ze onder schotbalken werd gestoken om het verlies te beperken. De stuw werd drooggezet voor inspectie en voor herstellingswerken ifv lekdichting. Op verschillende plaatsten stelde de waterwegbeheerder diepgangbeperkingen in voor de scheepvaart, onder meer op het Kanaal Desselt-Turnhout-Schoten.
Als er weinig of geen stroming op een waterloop of vijver zit, bestaat de kans bij warm weer dat er cyanobacteriën of blauwalgen beginnen te bloeien. Ze vormen een blauwgroene, soms roodbruine, olieachtige laag op het water en houden gezondheidsrisico's in voor mens en dier. Op dergelijke momenten wordt een recreatieverbod opgelegd. Dit gebeurde in 2019 voor het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, de Schelde-Rijnverbinding en het Albertkanaal, alsook op enkele recreatieplassen.
De droogte heeft een belangrijke impact op de landbouw. In de droge jaren 2018, 2019 en 2020 werd in de nieuwsberichten vanuit de landbouwpers opgeroepen tot preventieve maatregelen (van spaarzaam omgaan met water tot het met verstand inzetten van het beschikbare water en alternatieve waterbronnen). Deze droogtes hebben een enorme impact gehad op heel wat teelten. De zomers van 2018, 2019 en 2020 werden erkend als landbouwramp. Hierdoor konden heel wat landbouwers beroep doen op een schadevergoeding.
In samenwerking met de sector werd een overkoepelend Vlaams actieplan water voor land- en tuinbouw opgemaakt. Het doel van dit actieplan is de landbouwsector op een duurzame, robuuste manier voor te bereiden op toekomstige periodes van droogte/wateroverlast die o.a. ten gevolge van klimaatverandering vaker zullen optreden. Een belangrijk aandachtspunt hierbij vormen ondermeer de drainages op de percelen.
Op het terrein worden de eerste concrete projecten uitgerold, zoals het programma Water-Land-Schap. Het doel is om problemen met water in landelijke gebieden in onderlinge samenhang op te lossen, in nauwe samenwerking met de gebruikers van het gebied zoals landbouwers en bedrijven, bewoners en landschapsbeheerders.
De beoogde output van het programma is een sterkere landbouw, een duurzame watervoorraad, een goede waterkwaliteit, een opvang van teveel aan water zowel in bebouwde omgeving als in natuurlijke systemen en een sterker landschap in het gebied. Het programma wil daarbij rekening houden met de extra stress die de klimaatverandering op het watersysteem zal zetten.
Ook voor bedrijven die voor hun activiteiten of processen gebruik maken van captatiewater kan de droogte problemen geven. Zo wordt het garanderen van voldoende water met een goede waterkwaliteit in ondermeer de Antwerpse haven en het Albertkanaal steeds meer een uitdaging ten gevolge van de klimaatverandering. Ten allen tijde moeten de nuttige functies van de waterloop, namelijk het voorzien in havenfaciliteiten en het vrijwaren van de nautische toegankelijkheid in de Schelde, de dokken en de kanalen, gewaarborgd kunnen blijven.
In de voorbije droge jaren werd een stijgende trend vastgesteld van de parameters chloride en conductiviteit in het Vlaams waterlichaam Antwerpse havendokken. De toename van deze parameters op linkeroever is voor 50% te wijten aan de toename van de zoutconcentraties op de Schelde. De andere 50% is veroorzaakt door het in dienst nemen van de Kieldrechtsluis waardoor de uitwisseling van water tussen de dokken en de Schelde enorm vergroot is (bron: waterbalansmodel linkeroever). Voor rechteroever is het een combinatie van verminderde zoetwatertoevoer tijdens droge periodes via het Albertkanaal in combinatie met een verhoogde inname van zouter wordend Scheldewater om de diepgang van de schepen te vrijwaren.
Het waterverbruik van gezinnen is voornamelijk afhankelijk van de temperatuur maar ook langdurige droogte heeft een belangrijke invloed op het verbruik. De droogte heeft ook een effect op het leidingwaterverbruik wanneer van regenwater overgeschakeld wordt op leidingwater t.g.v. het droogvallen van de regenwaterputten. Het tijdig oproepen tot een spaarzaam gebruik van leidingwater moet ervoor zorgen dat de productie- en transportcapaciteit niet wordt overschreden. Bestaande pijnpunten zijn bv illegale waterwinningen en het oppompen van water in bouwputten, waarna dit rechtstreeks in de riool wordt geloosd.
De drinkwaterbedrijven hebben de voorbije jaren reeds verscheidene maatregelen geïmplementeerd en investeren continu. Via de langetermijnsvoorzieningsplannen wordt proactief gewerkt aan het verzorgen van de drinkwatervoorziening in Vlaanderen. Er werd en wordt ingezet op diversifiëring van de bronnen, zowel naar type (grondwater, oppervlaktewater, hergebruik afvalwater) als naar spreiding, op optimalisering van bronnen, de opbouw van strategische reserves, en op de verdere versterking van het kwantitatief en kwalitatief beschermingsbeleid. Er is en wordt verder geïnvesteerd in het continu en real-time opvolgen van (grond)waterpeilen, niveau van de spaarbekkens, waterverbruiken en waterkwaliteiten. Er worden ook continue inspanningen geleverd voor het beperken van het niet-bemeterd verbruik. Ook de interconnectiviteit tussen drinkwaterbedrijven werd en wordt verder gerealiseerd via onder meer de geplande verbindingen tussen Water-link en Pidpa, waardoor de leveringszekerheid op Vlaamse schaal vergroot. In 2019 werd in dit kader de transportcapaciteit van WPC Walem naar Oost- en West Vlaanderen verhoogd met 20.000 m³/dag en werd 17.500 m³ extra opslagcapaciteit in dienst genomen. Via gericht innovatief onderzoek worden de mogelijkheden van nieuwe winnings-, zuiverings- en opslagtechnieken in een context van wijzigend klimaat verder onderzocht.
De droogte heeft ook een impact op het voldoen aan de grensoverschrijdende verdragen. Alle waterbesparende maatregelen ten behoeve van het peilbeheer voor de scheepvaart in het stelsel van het Albertkanaal en de Kempische kanalen worden ook genomen in functie van het Maasafvoerverdrag.
Voor meer info over het waterschaarste- en droogteplan en het in opmaak zijnde reactief afwegingskader, zie stroomgebiedniveau.