Landgebruik in overstroombaar gebied
Zowel bij pluviale als fluviale overstromingen overstroomt in het Netebekken vooral weiland (30% tot 40%), gevolgd door natuurgebied (20% tot 30%). Ook akkerbouw (16% tot 20%) vormt een aanzienlijk deel van de oppervlakte die overstroomt. Het verschil tussen fluviale en pluviale overstromingen is niet zo groot behalve dat residentiële gebieden en industriegebieden wel duidelijk meer getroffen worden bij pluviale overstromingen.