Overstromingen en wateroverlast
Overstromingen zijn een natuurlijk verschijnsel. Vooral tijdens de winterperiodes zorgt de verhoogde aanvoer van water ervoor dat waterlopen hun winterbedding aanspreken en dus buiten hun oevers treden. Dit zijn zogenaamde fluviale overstromingen. Overstromingen worden echter niet enkel veroorzaakt door overstroming vanuit de waterloop. Vooral in het geval van zomeronweders is het vaak afspoelend regenwater dat problemen veroorzaakt. Dit zijn de zogenaamde pluviale overstromingen. Tot slot kunnen de kustbekkens in extreme gevallen getroffen worden door grote dijkdoorbraken, wat voor kustoverstromingen zorgt.
Hoewel het geen overstromingen betreft, wordt stijgend grondwater dat tot boven het maaiveld komt vaak ook als overstroming gepercipieerd en/of als wateroverlast beschouwd (bijvoorbeeld door landbouwers).
Op www.waterinfo.be kunnen de overstromingsgevoelige gebieden worden geraadpleegd, evenals de overstromingsgevaarkaarten (beschrijven de fysische eigenschappen van de overstromingen zoals de overstromingscontouren, waterdieptes en stroomsnelheden) en de overstromingsrisicokaarten (brengen de gevolgen voor mens (sociale), ecologie, economie en cultureel erfgoed in kaart).
Waterschade beperken
Overstromingen kunnen niet altijd vermeden worden. De schade binnen de perken houden is dan uiterst belangrijk. Correct informeren is daarbij van cruciaal belang. Op de portaalsite www.waterinfo.be brengen de waterbeheerders al hun metingen en voorspellingen samen. Zo kunnen de nodige maatregelen getroffen worden om waterschade tot een minimum te beperken.
Dankzij de aanwezige open ruimte werd het Netebekken in het verleden meermaals gevrijwaard van grote waterschade. Belangrijke voorbeelden zijn: Graafweide-Schupleer in Grobbendonk en Vorselaar, de Zegge in Geel en Kasterlee, de vallei van de Molenbeek/Bollaak tussen de E34 en Lier, de vallei van de Tappelbeek, de vallei van de Kleine Nete ten noorden van Nijlen, het Scheps in Balen,…. Meestal blijft de schade hier beperkt tot schade aan landbouwgewassen (afhankelijk van de periode van het jaar en de grootte van de overstromingen).
Overstromingen zijn een natuurlijk verschijnsel. Door het vlakke reliëf en de zandige bodems worden de waterlopen in het Netebekken gekenmerkt door brede valleien. De van nature overstroombare gebieden zijn dan ook zeer uitgestrekt over heel het bekken. In de praktijk blijken de effectief overstroomde gebieden zich echter voornamelijk stroomafwaarts in het bekken te situeren. De bovenstroomse gebieden worden veel minder aangesproken. Deze afname van het benutten van de natuurlijke bergingscapaciteit in de bovenstroomse overstromingsgebieden is het gevolg van historische keuzes, gericht op het versneld afvoeren van water, zowel náár de waterloop (verdwijnen van (baan)grachten en inbuizen van hemelwater afkomstig van steeds grotere verharde oppervlakken, drainering van landbouwpercelen,…) als ín de waterloop (o.a. door uitdieping, verbreding en/of rechttrekking).
In het Netebekken hebben zich in het verleden dan ook meermaals overstromingen voorgedaan. Naar aanleiding daarvan zijn diverse maatregelen genomen: het Sigmaplan, de inrichting van gecontroleerde overstromingsgebieden en wachtbekkens (bijvoorbeeld de Jutse Plassen, de Hellekens, ….), de bouw van stuwen en pompstations, de aanleg van (plaatselijke) dijken (bijvoorbeeld aan de Aa te Veedijk), ….
Het behoud van ruimte voor water is essentieel. Door de klimaatverandering zullen er in de toekomst nog vaker overstromingen optreden, ook in gebieden die nu nog geen problemen van wateroverlast kennen. De te verwachten impact van klimaatverandering op overstromingen kan bekeken worden op het klimaatportaal Vlaanderen.