Overstromingsrisico
In het Dijle-Zennebekken is het overstromingsrisico (dit is de kans dat zich een overstroming voordoet in combinatie met de mogelijke negatieve gevolgen voor de gezondheid van de mens, het milieu, het cultureel erfgoed en de economische bedrijvigheid) vergeleken met de rest van Vlaanderen vrij groot: bijna 6% van de oppervlakte van het bekken overstroomt bij een overstroming (fluviaal + pluviaal) met grote kans op voorkomen (T10, dwz de kans dat die overstroming van deze omvang zich voordoet is gemiddeld 1 keer in de 10 jaar), bij een overstroming met kleine kans (T1000) stijgt dit tot bijna 12%. Het Dijle-Zennebekken is kwetsbaar voor zowel pluviale als fluviale overstromingen.
Het meest overstromingsgevoelig zijn de meest opwaartse en afwaartse trajecten van de Dijle (een grote kans op overstromingen rond 13%). Het minst getroffen worden de gebieden van de Voer, Nethen en Woluwe (grote kans minder dan 4%).