visie
Leopoldkanaal
De fysicochemische waterkwaliteit is over het algemeen matig. Totaal fosfor en CZV zijn de probleemparameters. Naar hydromorfologie toe scoort het kanaal slecht. Het kanaal is rechtgetrokken en vrij diep met te weinig zonlicht voor de ontwikkeling van submerse plantensoorten. Dit vertaalt zich in een ontoereikende biologische kwaliteit, enkel fytobenthos scoort matig. Daarnaast kunnen de sterk schommelende waterpeilen ook een negatieve invloed hebben op het visbestand en de waterplanten. Grote delen van het Leopoldkanaal hebben wel natuurlijke oevers met een waardevolle oevervegetatie die meestal bestaat uit een brede rietkraag. Een natuurvriendelijk beheer is aangewezen, zoals bijvoorbeeld door een rondtrekkende schaapskudde. Hierdoor ontstaan structuur- en soortenrijke vegetaties met typische kalk indicerende en warmte minnende kruiden en verspreid struweel.
Het Leopoldkanaal behoort tot de visrijkere kanalen van Vlaanderen al werd er in 2018 een serieuze achteruitgang van het visbestand vastgesteld (score goed naar ontoereikend) wellicht te wijten aan enkele calamiteiten van zoutintrusie. Dit dient maximaal vermeden te worden. Ter hoogte van het uitwateringscomplex in de haven van Zeebrugge wordt aangepast spuibeheer toegepast om de glasaalmigratie te bevorderen. Op de meeste polderwaterlopen die uitmonden in het Leopoldkanaal zijn stuwen geplaatst die de laterale vismigratie beletten. De Oostkustpolder werkte reeds heel wat van die knelpunten weg door het bouwen van nieuwe regelbare uitwateringsconstructies met vispassage in het middengebied (o.a. Stampershoekbeek, het Geleed Noord, het Geleed Zuid, de Visscherie). Het is wenselijk dat de waterbeheerders verder blijven investeren om de resterende vismigratieknelpunten op te lossen (zoals het vijzelgemaal t.h.v. Damse vaart, stuw Isabellavaart).
Het Leopoldkanaal is voor zijn waterkwaliteit mede afhankelijk van de kwaliteit van het water dat het ontvangt van zijn zijwaterlopen, inclusief dit van de Isabellavaart en de Zwinnevaart. De sector landbouw is verantwoordelijk voor de grootste stikstofvracht in het Leopoldkanaal (ca. 73% van het totaal). Verhoogd toezicht en handhaving van de afstandsregels rond waterlopen dient de directe instroom van nutriënten en ook gewasbeschermingsmiddelen naar de waterlopen tot een minimum te beperken. Oeverzones ondersteunen te allen tijde een goed onderhoud van de waterlopen en beperken de instroom van nutriënten.
Naast diffuse verontreiniging vanuit de omliggende polders heeft het waterzuiveringsstation Heist ook een significante impact op de waterkwaliteit en loost ca 72% van de totale vuilvracht aan CZV die in het kanaal terechtkomt. Voor de nutriënten is het aandeel lager (14 tot 35%).
Er dient aandacht te zijn voor herstel van de typische waardevolle kreken (vb. Platte Kreek, Lapscheurse Gat - Blauwe Sluis, Verloren Kreek). Landbouw, natuur en zachte recreatie gaan hier zo veel als mogelijk hand in hand.
Zwinnevaart
De waterkwaliteit van de Zwinnevaart is vergelijkbaar met de kwaliteit van andere polderwaterlopen zoals de Noordede en de Blankenbergse Vaart en globaal gezien is het biologisch leven al vrij behoorlijk. Totaal fosfor, orthofosfaat en het chemisch zuurstofverbruik (CZV) vormen de probleemparameters. Binnen het afstroomgebied dienen nog heel wat IBA's geplaatst te worden en zijn er nog tal van ongezuiverde lozingen aan te sluiten afkomstig van lintbebouwingen t.h.v. Oostkerke en Westkapelle. Daarnaast zijn er in de zwinpolders heel wat landbouwactiviteiten aanwezig met een impact op het watersysteem. Er is een groot verschil in nutriëntendruk. Totaal stikstof vormt geen probleem en scoort zelfs goed maar totaal fosfor daarentegen scoort nog slecht. Ongeveer de 85% van de totale vuilvracht voor fosfor is afkomstig vanuit de landbouw. De laatste jaren zijn er heel wat investeringswerken aan de Zwinnevaart uitgevoerd (slibruiming, oeverherstel, sanering vismigratieknelpunten, efficiëntere afwatering door verbreding van de waterloop) die zich hebben vertaald in een betere zuurstofhuishouding met een vooruitgang van het visbestand. Het is vooral nog de afwezigheid van macrofyten (o.a. ondergedoken waterplanten) die een goede ecologische kwaliteit in de weg staat.
Isabellavaart
De Isabellavaart staat stroomopwaarts in verbinding met de Zwinnevaart en zorgt eveneens voor de afwatering (en irrigatie tijdens zomermaanden) van een groot deel van de zwinpolders.
Net zoals voor de Zwinnenvaart vormen totaal fosfor, orthofosfaat en het chemisch zuurstofverbruik (CZV) de probleemparameters. Fysicochemisch scoort de Isabellavaart beduidend slechter dan de Zwinnevaart voor wat de zuurstofhuishouding betreft. In het voorjaar treedt er regelmatig zuurstofoververzadiging op t.g.v. algenbloei (eutrofiëring). De vervuilingsdruk van de RWZI Knokke is, in vergelijking met andere sectoren, aanzienlijk (van 30% voor totaal stikstof tot 90% voor CZV). Het effluent wordt geloosd in de Paulusvaart, een bovenloop van de Isabellavaart. Het riolerings- en collectorenstelsel van Knokke-Heist is aan een grondige optimalisatie toe omwille diverse problematieken: sterke verdunning van het influent, verkeerde huisaansluitingen van afvalwater op de RWA en de Paulusvaart, breuken in oude persleidingen, achterwaartse lozingen, overstortwerking, ….
De afwatering van zowel de Zwinnevaart als de Isabellavaart gebeurt via het Leopoldkanaal en is tij-afhankelijk. Bij overvloedige regenval wordt overtollig water gestockeerd in de omliggend komgronden. In het kader van de aanduiding van de prioritaire waterlopen “Vismigratie in Vlaanderen” werd beide waterlichamen aangeduid als glasaalmigratieweg. In 2019 werd de uitmonding van de Zwinnevaart vernieuwd met inbegrip van een vispassage. Dit dient voor de Isabellavaart ook nog te gebeuren.
Binnen de zwinpolders zijn vogelrichtlijn-, habitatrichtlijngebieden en kwetsbare zones natuur gelegen. Het natuurreservaat Het Zwin werd met 120 ha uitgebreid. De Zwinnevaart en de Isabellavaart hebben dan ook een belangrijke natuurverbindingsfunctie. In Het Zwin dienen de antiverziltingsmaatregelen nauwgezet opgevolgd te worden met continue monitoring van het zoutgehalte.
In de duinen moet het hemelwater maximaal kunnen infiltreren en vertraagd afgevoerd worden naar zee. Het vlaggenschip project “Duinencomplex” voorziet hiervoor in ondersteuning en coördinatie.
De zwinpolders gelegen ten oosten van het Boudewijnkanaal wateren ook allen af naar het Leopoldkanaal. Een belangrijke polderwaterloop voor de Dudzeelse polders is de Ronselarebeek. In noodgevallen kan het water naar het Schipdonkkanaal gepompt worden.
Overige afwateringsgebieden
Het Leopoldkanaal ontvangt tevens het water van een aantal laaglandbeken gelegen ten zuiden en ten oosten van Brugge (de Kerkebeek en het Zuidervaartje).
De afwatering van de Slependammepolder en de Polder van Maldegem gebeurt nagenoeg volledig via het Leopoldkanaal. De belangrijkste knelpunten naar peilbeheer en waterafvoer situeren zich voornamelijk in deze polders. De afwateringspunten zijn namelijk niet uitgerust met terugslagkleppen en de waterafvoer gebeurt vaak te snel. Via afremcontructies in de waterloop kan de buffering en infiltratie verhoogd worden.
De Eeklose Watergang is één van de betere waterlopen binnen het bekken naar waterkwaliteit toe. Macrofyten en macro-invertebraten scoren goed en er zijn ook waterplanten op de kleiige bodem aanwezig. Het visbestand is er echter nog fel ondermaats en het is niet meteen duidelijk wat de bepalende factoren hiervoor zijn. Het bekkensecretariaat zal gebiedsgericht onderzoek met de betrokken instanties faciliteren.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches. VL05_17 - ISABELLAVAART, VL05_22 - ZWINNEVAART, VL05_23 - ZWIN, VL08_173 - LEOPOLDKANAAL II, L107_213 - EEKLOSE WATERGANG.