Melsterbeek

De Melsterbeek ontspringt op de rand van het leemplateau nabij Bovelingen aan de taalgrens en stroomt via Mielen-boven-Aalst, Brustem en Zepperen in noordelijke richting om na Zepperen westwaarts af te buigen richting Sint-Truiden. Vervolgens stroomt zij noordwestwaarts richting Geetbets om de laatste kilometers parallel aan de Gete noordwaarts te stromen. De Melsterbeek ontvangt de Oude beek, de Cicindria, de Molenbeek en de Katermansbeek.

De biologische waterkwaliteit van de Melsterbeek is beter dan je zou verwachten. Voor macroinvertebraten (kleine waterdiertjes) halen we zelfs de norm, voor de andere biologische parameters zitten we nog op 70 à 80 % van de norm. De fysico-chemische waterkwaliteit is matig, zowel voor fosfor als voor stikstof. Inzake riolering dienen nog veel projecten door de gemeente Sint-Truiden te worden uitgevoerd.

De westwaarts stromende Kelsbeek-Graasbeek (met waardevolle bossen als het provinciaal domein Nieuwenhoven aan de Kelsbeek) en de Grondbeek kruisen via een syfon de Melsterbeek om vervolgens in de Gete uit te monden stroomafwaarts Geetbets. Deze onnatuurlijke situatie is het gevolg van het verleggen van de Melsterbeek meer dan 400 jaar geleden. Net na Binderveld werd de waterloop in een meer noordelijke richting verlegd om vervolgens noordwaarts te lopen langs de oostflank van de vallei. Oorspronkelijk volgde de Melsterbeek de loop van de Grazenbeek tot de Kasteellaan te Geetbets om vervolgens stroomafwaarts hiervan de loop van de Asbeek te volgen.

Naast de inrichting van overstromingsgebieden moeten de mogelijkheden onderzocht worden om de uitgestrekte valleigebieden maximaal hun waterbergende en -conserverende functie te laten vervullen. 

Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL11_207 - MELSTERBEEK I+II, L111_1075 - MELSTERBEEK L1, L107_824 - ROELBEEK, L111_1076 - CICINDRIA, L111_1077 - MOLENBEEK (SINT-TRUIDEN).