Overstromingsrisico
In het Maasbekken is het overstromingsrisico (dit is de kans dat zich een overstroming voordoet in combinatie met de mogelijke negatieve gevolgen voor de gezondheid van de mens, het milieu, het cultureel erfgoed en de economische bedrijvigheid) vergeleken met de rest van Vlaanderen klein: minder dan 4% van de oppervlakte van het bekken overstroomt bij een overstroming (fluviaal + pluviaal) met grote kans op voorkomen (T10, dwz de kans dat die overstroming van deze omvang zich voordoet is gemiddeld 1 keer in de 10 jaar), bij een overstroming met kleine kans (T1000) stijgt dit tot 8%. Het Maasbekken is kwetsbaar voor zowel pluviale als fluviale overstromingen.
Het meest overstromingsgevoelig zijn de Maas en de Berwijn (een grote kans op overstromingen van 10%). Het minst getroffen wordt het Merkske (grote kans kleiner dan 2%).