visie
De Molenbeekvallei is erg gevoelig voor wateroverlast. Zo heeft bijvoorbeeld de gemeente Beersel regelmatig te lijden van wateroverlast bij hevige neerslag. De wateroverlast is hier vaak afkomstig van afstromend hemelwater, eerder dan vanuit de beek. Omwille van zijn dichtbebouwde karakter is het zoeken naar ruimte voor water hier echter niet evident. Beersel was dan ook één van de gemeenten waar als eerste ingezet werd op waterpreventieve maatregelen. Daarnaast zorgen de leembodems en het zeer uitgesproken reliëf in het gebied ook voor erosieproblemen, en de daarbij horende modderoverlast. Het uitvoeren van de erosiebestrijdingsplannen is hier dus prioritair.
Via erosie komen ook nutriënten en pesticiden vanuit de akkers mee in de waterloop. De nutriënten vormen nog het belangrijkste knelpunt naar het behalen van de goede waterkwaliteit. Naast de landbouw zijn voornamelijk niet gesaneerde lozingen hier nog een belangrijke bron van, zeker voor fosfor. De verdere uitbouw van de saneringsinfrastructuur door het saneren van de resterende groene clusters is dus zeker zinvol. Doordat er momenteel amper een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is, zorgt ook de frequente overstortwerking van vuil water naar de Molenbeek voor een extra druk op de waterloop. Het maximaal aanleggen van een gescheiden riolering waarbij het hemelwater lokaal kan infiltreren of vertraagd afgevoerd wordt, moet de waterkwaliteit en waterhuishouding van de Molenbeek verbeteren.
De Molenbeek en haar zijlopen zijn aangeduid als prioritaire waterlopen voor vismigratie. De Molenbeek zelf vormt immers een belangrijke migratie-as voor de waardevolle vispopulaties in de Hallerbosbeken naar de Zenne en zo naar de andere waterlopen in het bekken. Er komen op de Molenbeek nog verschillende vismigratieknelpunten voor. Het oplossen van deze knelpunten is belangrijk en wordt mee opgenomen in het landinrichtingsproject van VLM (Land Van Teirlinck). Binnen dit landinrichtingsproject wordt ook de structuurkwaliteit van de Molenbeek op enkele plaatsen verbeterd.
De Hallerbosbeken, zijlopen van de Molenbeek die ontspringen in het Hallerbos, vormen op ecologisch vlak de meest waardevolle waterlopen in het Dijle-Zennebekken. Ze stromen voor het grootste deel van hun traject door Vlaams en Europees beschermde natuur. Ze hebben op de meeste plaatsen nog een goede structuurkwaliteit en een goede waterkwaliteit. Ze herbergen een aantal zeldzame vissoorten, zoals de Rivierdonderpad, Beekprik en Beekforel. Toch blijven ook hier nog een aantal knelpunten bestaan op het vlak van structuurkwaliteit, waterkwaliteit (voornamelijk achterwaartse lozingen), vismigratieknelpunten en recreatie. Via het integraal project Hallerbosbeken, dat getrokken wordt door het bekkensecretariaat Dijle-Zenne, worden hiervoor oplossingen gezocht.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches L111_1037 - MOLENBEEK - LAKEBEEK.