Cultureel erfgoed
In het Dijle-Zennebekken zijn verschillende beschermde landschappen in valleigebied gelegen of hadden ze een vroegere watergebonden functie. Met betrekking tot het watersysteem gelden in deze gebieden beschermende (verbods)maatregelen betreffende het reliëf, de waterhuishouding en de hydrografie. Voorbeelden zijn het Grootbroek, het Zennegat, het Mechels Broek, de vallei van de Bruine Beek, Mispeldonck, Cassenbroek, Torfbroek, Dorent-Nelebroek, Vijvers van Zeven Borren, de Abdij van ’t Park.
Belangrijk watergebonden cultureel erfgoed zijn watermolens. Er zijn een 40-tal watermolens aanwezig in het Dijle-Zennebekken, onder andere op de Dijle, de Laan, de IJse, de Molenbeek (Sint-Genesius-Rode en Beersel), de Maalbeek en de Weesbeek. De meeste van deze molens zijn beschermd. Slechts enkele hiervan zijn nog maalvaardig. Bij een aantal watermolens wordt nu stroom geproduceerd.
Het verval ter hoogte van bestaande of voormalige watermolens van enkele tientallen centimers tot enkele meters vormt veelal een vismigratieknelpunt. De waterbeheerders nemen de nodige maatregelen om deze knelpunten vispasseerbaar te maken. Tegelijkertijd wordt er rekening gehouden met de stuwrechten van de molenaars en de beschermingsstatus van het cultureel erfgoed.
Ook enkele van de sluizen op het Kanaal Leuven-Dijle, o.a. de sluizen in Tildonk, Kampenhout en Boortmeerbeek, zijn beschermd erfgoed.