Karakterisering oppervlaktewaterlichamen
Er zijn in het Demerbekken 23 Vlaamse oppervlaktewaterlichamen, 41 lokale oppervlaktewaterlichamen van 1ste orde en 71 oppervlaktewaterlichamen van 2de orde.
21 van de 23 Vlaamse waterlichamen en alle lokale waterlichamen van 1ste en 2de orde behoren tot de categorie 'rivier'.
De Vlaamse oppervlaktewaterlichamen in het Demerbekken behoren meestal (15) tot de watertypes 'grote beken'. Hiervan zijn er 4 'grote beek Kempen'. Er zijn 4 'grote rivieren' en 2 'kleine rivieren'. Er komt één 'matig ionenrijk alkaltisch meer' (het Vinne) voor en één 'groot, diep, oligotroof tot mesotroof alkalisch meer' (Schulensmeer) voor. Voor de lokale waterlichamen van 1ste orde zijn 2 types mogelijk: 'kleine beek' en kleine beek Kempen'.
In het Demerbekken hebben de Vlaamse oppervlaktewaterlichamen grotendeels (15) het statuut ‘sterk veranderd’. Sterk veranderde waterlichamen hebben belangrijke hydromorfologische wijzigingen ondergaan ten gevolge van menselijke ingrepen en dienen tegelijk één of meer nuttige doelen (scheepvaart, drinkwater, energieopwekking, bescherming overstromingen, waterregulatie). 7 waterlichamen worden als 'natuurlijk' beschouwd. Er is 1 'kunstmatig' waterlichaam (Schulensmeer). Het Albertkanaal wordt bij het Netebekken gerekend. Bij de lokale waterlichamen van 1ste orde is het omgekeerd: hier zijn de waterlichamen met een natuurlijk statuut in de meerderheid (78%).
Opm: deze karakterisering gaat in vanaf de vaststelling van de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027. Voor de analyses en beoordelingen werd gebruik gemaakt van de waterlichamen (karakterisering) en hun normkader goedgekeurd in de stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021.
karakterisering oppervlaktewaterlichamen geoloket
Voor het wetgevend kader en de methodiek voor de afbakening en verdere indeling van de oppervlaktewaterlichamen, zie stroomgebiedniveau.
Per waterlichaam kan de karakterisering geraadpleegd worden in de waterlichaamfiches.
.