visie
De goede toestand in de Moervaart willen we halen tegen 2033 (aandachtsgebied type 4). Aanzienlijke inspanningen van alle partijen zijn nodig willen we de goede toestand halen.
Zowel puntbronnen als diffuse bronnen van verontreiniging afkomstig uit huishoudens en landbouw worden verder gesaneerd. Uitgestrekte lintbebouwing in het gebied wordt verder voorzien van riolering, bv. in de Zwaanaardestraat, Puiveldestraat, Marktstraat en Kruisstraat in Sint-Niklaas. In het meersengebied langsheen de Moervaart en het Kanaal van Stekene worden woningen die te geïsoleerd liggen voorzien van hun eigen waterzuivering. Het opwaartse stuk van de Molenbeek is grotendeels ingebuisd en fungeert als moerriool. Afvalwater wordt van de beek gehaald en de waterloop wordt grotendeels opnieuw aangelegd in open bedding.
Verhoogd toezicht & handhaving van de afstandsregels rond waterlopen dient de directe instroom van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar de waterlopen tot een minimum te beperken, zowel vanuit huishoudens als landbouw. Groenblauwe verbindingen bufferen het waterlopensysteem tegen schadelijke effecten van de omgeving en geven de biologie in het waterlopenstelsel nieuwe kansen. De nodige aanpassingswerken worden uitgevoerd. Dit is ondermeer het geval voor de Moervaart en zijn zijarm te Moerbeke en Wachtebeke, het Hoofdgeleed, de Bosbeek en de Oude Lede. Structuurherstel en NTMB wordt verder uitgebouwd en waar nodig worden ingezet op bijkomende oeverstroken.
Voor de watergebonden natte natuur in de valleien van de Moervaart en zijwaterlopen is een aangepast hydrologisch beheer van belang, bv. in de fondatie van Heernisse. Het instrument van peilafspraken wordt ingezet waar nodig. In navolging van het soortenbeschermingsplan voor de otter worden de nodige acties uitgevoerd om een duurzame populatie van de otter in het gebied te realiseren.
Water dient zo veel als mogelijk vastgehouden te worden aan de bron. Gebieden die van nature uit overstromen en die voor geen overlast zorgen, worden behouden en zo nodig worden nieuwe gebieden gezocht om voldoende uitwijkingsmogelijkheden te bieden aan water bij piekdebieten. In bijzonder wordt hierbij de nadruk gelegd op de te onderzoeken mogelijkheden voor waterberging in de meersengebieden langsheen de Moervaart en het Kanaal van Stekene. Een vlotte afvoer van het water via een voldoende onderhouden waterlopenstelsel en een performant, veilig en visvriendelijk en vispasseerbaar bemalingssysteem in combinatie met een dijkenstelsel die een voldoende beschermingsniveau tegen overstromingen biedt, is cruciaal, hierbij rekening houdend met het omliggend landgebruik.
Het tegengaan van stijgende verzilting van de Moervaart vanuit het Kanaal Gent-Terneuzen vormt een belangrijke uitdaging om de goede toestand te halen. De verziltingsproblematiek wordt beter in kaart gebracht en waar nodig worden acties genomen die ons beter wapenen tegen de schadelijke effecten van oprukkende verzilting vanuit het Kanaal Gent-Terneuzen.
De verdere uitbouw van een telemetrisch netwerk die ons in staat stelt de belangrijkste waterpeilen in het gebied te monitoren is gewenst. De afwatering van het Kanaal Gent-Terneuzen dient verder geoptimaliseerd te worden. Het meer tij onafhankelijk maken van de lozingscapaciteit van het kanaal zou hierdoor zowel voor de functie scheepvaart als voor de waterafvoerfunctie een win-win situatie opleveren.
Meer informatie over de gebiedsgerichte werking binnen dit gebied is terug te vinden op de website van het bekken van de Gentse kanalen.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL05_175 - MOERVAART.