visie
De fysisch-chemische waterkwaliteit van de Maas (=aandachtsgebied type 1) is de laatste jaren verbeterd maar blijft matig omwille van te hoge concentraties aan stikstof en fosfor. Daarnaast kent de Maas vele overschrijdingen van andere chemische stoffen zoals PCB’s, PAK’s, gefluoreerde koolwaterstoffen en vlamvertragers.
De Maas heeft een belangrijke functie als bron voor de bereiding van drinkwater: zes miljoen mensen binnen en buiten het stroomgebied drinken dagelijks water geproduceerd uit Maaswater. Daarom is het belangrijk dat het water voldoet aan de kwaliteitseisen voor drinkwaterproductie. Door o.a. te hoge concentraties van pesticiden, geneesmiddelen en hormoon verstorende stoffen komt de drinkwaterproductie potentieel in het gedrang.
Het verbeteren van de waterkwaliteit van de Maas is sterk afhankelijk van inspanningen geleverd in diverse sectoren (industrie, landbouw, huishoudens) in Nederland, Wallonië en Frankrijk. Grensoverschrijdende afspraken zijn dus noodzakelijk. Binnen Vlaanderen kan de waterkwaliteit erop vooruit gaan door in te spelen op de waterkwaliteit van de zijlopen, maar ook door de kwel vanuit grondwater richting de Maas te bewaren.
De waterkwaliteit van de Maas wordt in belangrijke mate ook bepaald door de aanwezigheid van zwerfvuil. Het zwerfvuil (o.a. plastic) dat terecht komt in de rivier draagt bij tot de ‘plastic soup’, maar blijft na hoogwater achter in de struiken en bomen van het winterbed met zeer veel afval in de uiterwaarden tot gevolg. De huidige grensoverschrijdende werking rond zwerfvuil in de Maasvallei (Maas.net en Schone Maas) moet bestendigd en uitgebreid worden.
De Maas vormt een belangrijke vismigratieroute en is daarom als enige rivier in het Maasbekken aangeduid met hoogste prioriteit voor sanering vismigratieknelpunten. De Maas en meeste beekmondingen zijn reeds ontsloten voor vismigratie. Het is ook belangrijk dat zowel Nederland als Wallonië vismigratie verder bevorderen.
De Maas is een regenrivier waarvan het peil afhangt van regen. Hierdoor fluctueert het waterpeil sterk met de seizoenen. In periodes van lage afvoeren is er vaak onvoldoende water om alle functies van de kanalen te ondersteunen of om de drinkwaterproductie in Meeswijk en Eisden te garanderen. Deze productiecentra staan erg onder invloed van het Maaspeil. Daarom werd er een laagwaterstrategie opgesteld met als doel om zo goed mogelijk met de beschikbare hoeveelheid zoet water om te springen. Anderzijds gaan hoge afvoeren in de winter soms gepaard met overstromingen die zich tot ver buiten de maasplassen kunnen verspreiden. Er moet dus evenzeer verder geïnvesteerd worden in hoogwaterbescherming en het reduceren van het overstromingsrisico. Klimaatmodellen voorspellen een toename van het maximale debiet en het overstromingsrisico in de winter. In de zomer daarentegen zal het debiet afnemen met een kans op verdroging tot gevolg. Een waaier aan maatregelen gericht op preventie, bescherming en paraatheid zal ontwikkeld moeten worden voor zowel hoogwater- als laagwatersituaties. De Maas dient dus in eerste plaats verder te ontwikkelen tot een flexibel en veerkrachtig systeem, waarbij bedding en vallei voldoende in contact staan. Hiervoor is het cruciaal om meer ruimte voor water te creëren: niet enkel om te bergen, maar ook om water vast te houden en te laten infiltreren buiten de vallei.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL11_203 - MAAS I+II+III.