Martjevaart
De Martjevaart ontspringt op de Zuidwestvlaamse heuvelrug tussen de Zonnebeekse Nonnebossen en Westrozebeke. De grootste zijlopen zijn de Steenbeek-Hanebeek, de Lekkerboterbeek, de Broenbeek en de Korversbeek.
De Martjevaart en de zijlopen hebben een matige structuurkwaliteit. Er zijn geen vismigratieknelpunten gekend in de vismigratiedatabank. De beek staat dus via het kanaal Ieper-IJzer in open verbinding met de IJzer. Vissen hebben een matige beoordeling.
En de beek heeft een ontoereikende biologische waterkwaliteit voor macro-invertebraten en daarmee een van de waterlopen met de minste kwaliteit in het IJzerbekken. Deze ontoereikende beoordeling is te wijten aan de slechte fysico-chemische toestand. De zuurstofwaarden zijn nog zeer laag. De fosforwaarden (rond de 1 mg/l) en geleidbaarheid (rond de 2.000 µS/cm) veel te hoog. Enkel stikstof wordt als matig beoordeeld, maar vertoont de laatste jaren weinig verbetering. Er worden ook overschrijdingen voor pesticiden vastgesteld, zoals linuron. Opvallend zijn ook hoge waarden voor nitriet. De Martjevaart mondt uit in het kanaal Ieper-IJzer en verder in de IJzer stroomopwaarts van het innamepunt voor drinkwaterproductiecentrum de Blankaart en heeft daarom een rechtstreekse invloed op de kwaliteit van het ruw water voor drinkwaterproductie. Geleidbaarheid, nitraat en pesticiden zijn hier de beperkende elementen.
Het aandeel in de vuilvracht voor stikstof is grotendeels (85%) van de sector landbouw. Ook voor fosfor is het aandeel ongeveer de helft (54%) in de totale vuilvracht in dit afstroomgebied. Huishoudens hebben ongeveer een derde (33%) aandeel in de totale vuilvracht voor fosfor.
De hoge fosforwaarden worden vooral veroorzaakt door hoge waarden op de Broenbeek (zijloop Landerbeek) en de Lekkerboterbeek. De bovenloop van de Watervlietbeek in Westrozebeke toonde jarenlang zeer hoge waarden onder invloed van de lozing van bedrijfseffluent. De toestand is hier verbeterd, maar is nog ver van de goede toestand verwijderd.
De matige toestand voor stikstof hangt samen met de slechte toestand voor de MAP meetpunten door uitspoeling (rechtstreeks of via drainage) en afspoeling van mest of erfsappen of door incidenten. De meetpunten op de Korversbeek, een zijbeek van de Watervlietbeek, de Polderbeek, de Stadendrevebeek en Lekkerboterbeek hebben overschrijdingen voor nitraat boven de 80 à 90 mg/l en het meetpunt op de Lobeek zelfs boven de 100 mg/l.
Voor het chemisch zuurstofverbruik worden nog hoge waarden gemeten in de Lekkerboterbeek, Hanebeek, Moerasbeek, Kolvebeek en Broenbeek.
Voor geleidbaarheid lijkt er een stijgende trend te zijn. Hoge waarden worden gemeten op de Steenbeek afwaarts Langemark en meer stroomopwaarts op de Steenbeek ter hoogte van Sint-Juliaan. Ze zijn te verklaren door hoge chloridengehalten in bedrijfsafvalwater. Ook op de Broenbeek worden hoge waarden gemeten. En verder stroomopwaarts op de zijloop Landerbeek in Poelkapelle en op de Moerasbeek in Westrozebeke. De laatste is ook te verklaren door een hoge chloride gehalte in bedrijfsafvalwater.
Om een antwoord te bieden op deze slechte fysico-chemische toestand wordt het generiek beleid voor optimale bemesting, pesticidengebruik en erosiebestrijding. Dat is een grote uitdaging voor dit afstroomgebied met een groot aandeel groententeelt en serreteelt. Het gebruik van de aanzuigplaats voor spuittoestellen aan de Steenbeek in Langemark wordt verder aangemoedigd.
Het beleid moet verder inzetten op het reduceren van de vuilvracht en het verminderen van de impact van bedrijfslozingen.
In dit afstroomgebied komen vaak incidenten voor, zoals lozing van mest- en erfsappen op de Lekkerboterbeek, Steenbeek, Hanebeek, Broenbeek, Paddebeek en bedrijfslozingen op de Watervlietbeek in Westrozebeke en de Hanebeek in Zonnebeke.
Binnen het afstroomgebied van de Heidebeek wordt het huishoudelijk afvalwater deels gezuiverd in de RWZI’s van Zonnebeke en Langemark en de KWZI Bikschote en deels getransporteerd naar de waterzuiveringsinstallaties van Staden, Westrozebeke, Moorslede, Ieper en Woumen. Zowel de rioleringsgraad (55%) als de zuiveringsgraad (53%) zijn nog relatief zeer laag en er komt nog veel verdunning voor van het afvalwater met hemelwater. Er is dus nog een grote inhaalbeweging te maken om huishoudelijk afvalwater aan te sluiten op een zuiveringsinstallatie. Prioritair is de aanleg van een gescheiden riolering in het gehucht Vijfwegen en langs de Rekestraat om het huishoudelijk afvalwater aan te sluiten op de RWZI van Staden zodat geen ongezuiverd huishoudelijk afvalwater meer terecht komt in het beschermde habitatrichtlijngebied bos van Houthulst. Het afvalwater van de verspreide bebouwing zal worden gezuiverd door een IBA.
Om wateroverlast en waterschaarste te voorkomen wordt het hemelwater zo veel mogelijk stroomopwaarts vastgehouden. Grachten spelen hier een belangrijke rol in. Ook peilgestuurde drainages kunnen een oplossing bieden. In de waterlopen kunnen visvriendelijke stuwen geplaatst worden, er kunnen kleine spaarbekkens aangelegd worden om in de eigen waterbehoefte te voorzien. Deze maatregelen kunnen opgenomen worden in het hemelwater- en droogteplan van de gemeenten.
Om tot een goede toestand in het afstroomgebied van de Martjevaart te evolueren, is vooral nog een verdergaande zuivering van bedrijfsafvalwater, optimale bemesting, de uitbouw en optimalisatie van de saneringsinfrastructuur nodig en controles op lozingen van bedrijfsafvalwater en lozingen van mest en erfsappen.
Het generieke beleid voor bemesting, pesticiden, erosie en bronbescherming oppervlaktewaterwinningen wordt verder afgestemd op het integraal waterbeleid in dit afstroomgebied.
Acties voor de verdere uitbouw en optimalisering van de afvalwatersanering maken deel uit van de generieke acties en van de zoneringsplannen en gebiedsdekkende uitvoeringsplannen.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL11_10 - MARTJEVAART.