Bodem
Zandbodems komen het vaakst voor in het bekken (23%), voornamelijk in de Vlaamse Vallei en de Kempen. Ook antropogene bodems hebben een groot oppervlakteaandeel (22%). We vinden ze vooral in de omgeving van Antwerpen en in de woonkernen. Leembodems komen in het Beneden-scheldebekken enkel voor in het uiterste zuiden (5,6%). Zandleembodems (14,3%) zijn vooral terug te vinden in het zuiden en in de Wase Cuesta. Lemige zandbodems (13,2%) komen verspreid voor. Lichte zandleembodems (11,7%) zijn terug te vinden in de Wase Cuesta en de Zuiderkempen. Verder komen nog kleibodems (5,1%) en zware kleibodems (4,8%) voor, en dit voornamelijk langs de Zeeschelde, de Rupel, de Durme en in de polders.
De textuurklasse van de bodem geeft een richtwaarde voor het vochtophoudend vermogen en de doorlatendheid van de bodem, wat een invloed heeft op de infiltratiecapaciteit en erosiegevoeligheid.