Landbouw
Binnen het Netebekken zijn landbouwactiviteiten matig vertegenwoordigd. De sector komt verspreid voor in het bekken.
Het landbouwgebruiksareaal bedraagt ca 605 km² of 36% van de totale bekkenoppervlakte. Hiermee behoort het Netebekken tot de bekkens waar landbouw in mindere mate aanwezig is. Enkel het Benedenscheldebekken en het Dijle-Zennebekken kennen een nog lager percentage landbouwgebruiksareaal. Het aantal landbouwbedrijven in het bekken toont een gelijkaardig beeld. Opvallend hierbij is wel dat het Netebekken, op het Maasbekken na, het grootste aantal veeteeltbedrijven (graasdieren) heeft. Nochtans ligt het aantal grootvee-eenheden met 174.000 rond het gemiddelde (gegevens 2016). (Recente gegevens kan u hier raadplegen).
In functie van de zeer aanwezige veeteelt in het Netebekken is niet minder dan de helft van het landbouwareaal in gebruik als wei- en grasland, en ruim een derde voor de teelt van mais.
De glastuinbouw en vollegrondsgroenteteelt komen vooral in het zuidwestelijke deel van het bekken (regio Sint-Katelijne-Waver tot Ranst) voor.
De sector landbouw draagt in aanzienlijke mate bij aan de hoge belasting van de waterlopen met nutriënten (stikstof en fosfor) en pesticiden. Enerzijds door diffuse afspoeling en (historische) uitloging van landbouwpercelen. Anderzijds veroorzaken ook puntlozingen van mest, erfsappen en pesticiden verontreiniging.
Water is de belangrijkste grondstof voor de teelt van gewassen of voor de veeteelt. De sector landbouw is dus een grote verbruiker van water in het bekken. In lange droge perioden is de vraag naar water echter groter dan het aanbod.
Informatie over de invloed van de sector op het water (en omgekeerd) vindt u in het hoofdstuk drukken.