Bodem
'Unieke grindbedding in de Maasvallei'
Zandbodems (35%) en lemige-zandbodems (31%) zijn de meest voorkomende bodems in het Maasbekken. Ze situeren zich vrijwel uitsluitend in het Maasbekken-Antwerpen, in het noorden van Limburg en op het Kempisch Plateau. Het Kempisch plateau is dan ook een belangrijk infiltratiegebied.
De alluviale Maasvallei bestaat hoofdzakelijk uit zandleembodems en grindlagen. De Maas is in Vlaanderen de enige grote rivier met een grindbedding. Ten zuiden van het Albertkanaal en in de lager gelegen delen van de Voerstreek domineren leembodems, op de hoger gelegen delen van de Voerstreek stenige leembodems. Hier is diepe infiltratie veel moeilijker.
In het Antwerpse deel van het Maasbekken en in het noorden van Limburg komt een ondiepe tot zeer ondiepe grondwaterstand voor, met uitzondering van de hoger gelegen zandgronden en landduinen. Een diepe tot zeer diepe grondwaterstand is typerend voor de leemgronden in Zuid-Limburg en Voeren en voor de hoger gelegen zandgronden op het Kempisch Plateau. Opvallend zijn de grondwaterstanden in de alluviale Maasvallei die sterk schommelen onder invloed van het Maaspeil en de doorlatende grindlagen.