visie
De komende jaren wordt er heel wat geïnvesteerd in de aansluiting van huishoudelijke vuilvracht op de saneringsinfrastructuur. De kern rond Woubrechtegem, Landries te Erpe-Mere, Doorn te Sint-Lievens-Esse, Boekent in Haaltert en de gebieden Wolvenhoek (Zottegem) en Wijnhuize (Herzele) staan allemaal op de planning. Al deze projecten zullen samen ruim 1000 extra inwonersequivalenten aansluiten en zo heel wat druk van puntlozingen wegnemen uit de waterloop. Daarmee zijn ook alle grote clusters van woningen gepland in het afstroomgebied van de Molenbeek-Ter Erpenbeek.
Naast aansluitingen is het belangrijk om het hemelwater van voornamelijk onverharde oppervlakte af te koppelen van het rioolstelsel. Deze gebieden bevinden zich vooral in het opwaarts gedeelte van het afstroomgebied, dus een integrale aanpak met belangrijke erosieknelpunten is dan ook noodzakelijk. Erosie is immers een belangrijke bron is van diffuse verontreiniging in de waterloop. Behalve Aalst werkt elke gemeente in dit afstroomgebied samen met een erosiecoördinator. De erosiegevoeligheidskaart geeft ook aan waar er zich nog rode (hoge erosiegevoeligheid) en paarse (zeer hoge erosiegevoeligheid) percelen bevinden, bijvoorbeeld langs de Steenbeek in Heldergem, de Hoppelbeek in Herzele en langs de bovenloop van de Molenbeek-Ter Erpenbeek zelf in Zottegem. Daarnaast is een gerichte handhaving van onder meer de 5m-zone voor bemesting en 1m-zone voor grondbewerking en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen noodzakelijk. Ook controles van lozingen van mest of silosappen zijn belangrijk. Indien nodig kan in samenwerking met betrokken landbouwers gestart worden met een oeverzoneproject.
Gelet op de verwachte, sterke verbetering van de waterkwaliteit, wordt het belangrijk om meer en meer in te zetten op acties die een betere biologische en ecologische kwaliteit beogen. Herintroductie van waterplanten in de benedenloop kan één van de mogelijke acties zijn om snel win-win’s te boeken. Daarnaast moeten er een aantal vismigratieknelpunten weggewerkt worden. Eerst en vooral helemaal afwaarts aan de monding in de Dender. Als openleggen van de beek niet mogelijk is, moet bekeken worden om extra licht in de waterloop te brengen, zodat vissen stroomopwaarts gelokt worden. Ook de 5 stuwen die het waterpeil regelen in het afwaartse pand, moeten passeerbaar gemaakt worden. Tot slot moet er een vispassage voorzien worden aan de Cottemmolen.
Tegelijkertijd is exotenbestrijding nodig om alle kansen te geven aan de inheemse flora en fauna. De aanleg van een krabbensleuf aan de monding van de Molenbeek-Ter Erpenbeek in de Dender gaat de bestrijding van de Chinese wolhandkrab tegen. Ook de bestrijding van Reuzenbalsemien moet gestructureerd aangepakt worden. Afgezien van het natuurgebied van de Honegem zijn er geen habitatrichtlijngebieden aangeduid in het stroomgebied van de Molenbeek. Omdat dit natuurgebied zich volledig afwaarts bevindt, is het wel belangrijk dat bovenstrooms voldoende maatregelen genomen worden zodat het water, eenmaal het door het natuurgebied stroomt, voldoende proper is.
In kader van wateroverlast zijn er in het verleden reeds een aantal maatregelen genomen. Zo zijn er door VMM reeds 3 wachtbekkens aangelegd, en regelen 5 stuwen afwaarts het waterpeil bij piekdebieten. In kader van een integrale aanpak natuurbehoud versus waterbeheer moet de interactie tussen de Molenbeek en Torensbeek geoptimaliseerd worden. Tot slot wordt het belangrijk om nog meer in te zetten op het lokaal vasthouden van het hemelwater. Gemeenten kunnen daarvoor een gebiedsdekkend en integraal hemelwater- en droogteplan opstellen. Daarin kan onder meer ook de aandacht gevestigd worden op de herwaardering van het grachtenstelsel als infiltratie en buffer voor het hemelwater.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL21_74 - MOLENBEEK - TER ERPENBEEK, L107_275 - TER ERPENBEEK.