visie
Het afstroomgebied van het Schijn kende in het verleden op verschillende plaatsen overstromingen met grote overlast door de stedelijke ligging. De drietrapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren wordt hier dan ook maximaal in de praktijk gebracht. Voor de Koude Beek werd een integrale benadering uitgewerkt waarbij naast waterkwaliteit ook sterk werd ingezet op afkoppeling en infiltratie in het brongebied, zoals ondermeer in het landschapspark Frijthout tussen Hove en Boechout.
Voor het Groot Schijn werd een vernieuwde uitwatering met een visvriendelijk pompgemaal gebouwd ter hoogte van Schijnpoort naar het Albertkanaal. Het gravitair aansluiten van het Groot Schijn op de Schelde en het opnieuw zichtbaar maken van het Groot Schijn in de stedelijke omgeving werd eveneens onderzocht. Er werd hierover nog geen consensus bereikt. In het referentiejaar 2018 scoort de parameter vis ontoereikend. Het is belangrijk om de visstand op het Groot Schijn verder van nabij te monitoren.
De biologische elementen fytobenthos, macrofyten, macro-invertebraten in het Groot Schijn scoren matig in het referentiejaar 2018. Via waterloopverruwing, bv het lokaal aanbrengen van lage dammetjes en hout in de waterloop, kan het pool riffle patroon en de structuurkwaliteit van het Groot Schijn zich verder ontwikkelen. Deze ingrepen zullen vooral toegepast worden binnen het natuur- en/of parkgebied.
De waterkwaliteit van het Groot Schijn wordt sterk gehypothekeerd door haar zijbeken Grote Merriebeek, Keerbeek en Rollebeek. Hier gaan we verder op inzetten via de gebiedsgerichte werking.
Lokaal op de zijlopen zijn belangrijke relictpopulaties van vissen aanwezig, zoals de Rivierdonderpad op de Zwanebeek. Dit deelgebied vertoont een belangrijke interferentie met het habitatrichtlijngebied ‘Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen’. Op een aantal van de zijlopen, zoals de Diepenbeek te Borsbeek en de Zwanebeek te Schilde, worden structuurherstelmaatregelen uitgevoerd.
De Antitankgracht wordt gevoed vanuit het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en heeft 2 takken (lokale waterlichamen 1ste orde), respectievelijk naar de Afwateringsgracht (noordwestelijke tak) en het Groot Schijn (zuidoostelijke tak). De Antitankgracht vormt op deze manier een grote kwartcirkel (van noord tot oost) rond de stad Antwerpen.
De Antitankgracht vertegenwoordigt heel wat natuur-, landschaps- en erfgoedwaarden. Ze werd gegraven tussen 1937 en 1939 met de bedoeling vijandelijke tanks en ander rollend materieel te stoppen vooraleer ze Antwerpen konden bereiken.
Ondertussen is de Antitankgracht geëvolueerd naar een groots natuurverbindingsgebied, dat verschillende natuurgebieden en bossen met elkaar verbindt en migratie van dieren en planten tussen die gebieden mogelijk maakt. Bij opportuniteiten wordt getracht om de Antitankgracht verder te ontsnipperen voor fauna en flora.
Het beheer van de Antitankgracht als watervoerende gracht is essentieel. Daarom werden aan een aantal bunkers bypassen aangebracht om niet enkel afhankelijk te zijn van de regeling van de schuiven in de sluisbunkers en werden deze schuiven bovendien hersteld. Hierdoor kan het systeem beter gereguleerd worden.
In droge zomers vallen bepaalde segmenten van de Antitankgracht droog. Er moet over gewaakt worden dat er altijd voldoende watervoerende segmenten beschikbaar zijn waar de vispopulatie zich in droge periodes kan terugtrekken.
Er wordt eveneens onderzocht of een grotere aanvoer van water vanuit het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten mogelijk is in droge periodes. Hierbij moet rekening gehouden worden met de gemaakte afspraken in het Maasafvoerverdrag met betrekking tot het Albertkanaal dat het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten voedt.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL17_29 - GROOT SCHIJN, L107_681 - KOUDE BEEK, L111_1114 - ANTITANKGRACHT ZUID, L111_1060 - GROOT SCHIJN L1.