gebiedsgerichte werking
Het bekkensecretariaat start een integraal project Groot Schijn op, om de goede toestand te bereiken na 2027 mits natuurlijk herstel. De verschillende partners werken er samen, zoeken naar oplossingen en bundelen en stemmen de acties op elkaar af.
Samen met de verschillende experten rond waterkwaliteit en -beheer licht het bekken-secretariaat de toestand van de waterlopen binnen het speerpuntgebied grondig door. Een doorlichtingsdocument bundelt alle relevante informatie: een analyse van de drukken in het afstroomgebied, detailinformatie over de waterkwaliteit en een overzicht van de lopende programma's voor riolering, structuur-herstel,... Op basis van deze analyses worden alle toekomstige acties geformuleerd, welke mee geïntegreerd worden in het stroomgebiedbeheerplan.
Volgende specifieke aandachtspunten en deelacties zullen aan bod komen binnen het integrale projectoverleg voor het Groot Schijn:
(1) Voor een aantal zijlopen, zoals de Grote Merriebeek, Keerbeek en Rollebeek is er een belangrijke achterstand in uitbouw van de saneringsinfrastructuur en worden ook geregeld calamiteiten vastgesteld op bedrijventerreinen. Het verder uitbouwen van de bovengemeentelijke sanerings-infrastructuur op grondgebied van de gemeente Ranst is cruciaal om de goede toestand te bereiken voor de fysisch-chemische parameters fosfor, geleidbaarheid en opgeloste zuurstof. Tegen uiterlijk 2027 moeten de collectorstrengen (die reeds werden opgedragen begin de jaren 2000) en de toevoerende gemeentelijke rioleringen op het terrein worden gerealiseerd.
Verder zullen een aantal belangrijke overstorten gesaneerd worden zoals overstort Autolei (samen met de afkoppeling van een aantal grote bedrijventerreinen zoals Wijnegem Shopping Centrum en Makro) en overstort Lemmekensbaan (ter bescherming van kwetsbare natuur in het Vrieselhof). Om een ecologisch herstel op deze knelpuntwaterlopen mogelijk te maken, wordt bekeken binnen welke timing er na de sanering geslibruimd kan worden om jarenlange na-ijleffecten te minimaliseren, bv ter hoogte van de Koude Beek en Fortloop na sanering van de overstort te Boechout.
(2) Binnen dit deelgebied is het belangrijk om niet enkel de goede toestand na te streven in het referentiepunt van het Groot Schijn, maar ook maximaal niet-gerioleerde woningen, overstorten en diffuse verontreiniging te saneren op die plaatsen in de opwaartse trajecten, waar belangrijke relictpopulaties van vissen of natte natuurwaarden aanwezig zijn. Dit deelgebied vertoont dan ook een belangrijke interferentie met het habitatrichtlijngebied ‘Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen’. Het beheer van de waterlopen dient ook afgestemd op de aanwezigheid van de otter.
(3) Inzetten op de strijd tegen wateroverlast en droogte in verstedelijkt gebied. Dit doen we ondermeer door te bewaken dat de infiltratiecapaciteit van de Kempische zandgronden maximaal benut wordt bij de uitvoering van rioleringsprojecten, bijvoorbeeld door baangrachten maximaal te behouden en aan te leggen. In een aantal gebieden is het creëren van extra waterbergingscapaciteit wenselijk. De stad Antwerpen heeft een droogtestudie laten uitvoeren als onderdeel van hun klimaatplan. Hierbij wordt gestreefd naar het aanvullen van de grondwatertafels, wateronafhankelijkheid en waterhergebruik.