Variatie troef
De Zeeschelde is de hoofdrivier binnen het Benedenscheldebekken. De belangrijkste rivieren die uitmonden in de Zeeschelde zijn de Molenbeek-Gondebeek, de Molenbeek-Kottembeek, de Molenbeek-Grote Beek, de Dender, de Durme, de Rupel, de Benedenvliet, de Grote Watergang en het Groot Schijn.
Naast de grote bevaarbare rivieren Zeeschelde en Rupel zijn er de bekkenoverschrijdende kanalen zoals het Albertkanaal, de Schelde-Rijnverbinding, het Zeekanaal Brussel-Schelde, het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het grote complex van havendokken op de linker- en rechterscheldeoever. In het Benedenscheldebekken heeft een groot deel van het oppervlaktewater een belangrijke functie als vaarweg. De Zielbeek en de Vliet-Molenbeek zijn belangrijke zijrivieren van het Zeekanaal Brussel-Schelde.
Een aanzienlijk deel van het bekken bestaat uit gebieden die lager liggen dan de hoogwaterlijn. Die gebieden kunnen enkel bij laag water gravitair (met de zwaartekracht) afwateren. Vaak zijn pompgemalen nodig. De afwateringskarakteristieken van dergelijke polders zijn uiteraard sterk verschillend van die van vrij afwaterende gebieden.
Aan de oevers van de Schelde ontstonden historisch tal van grote steden. Het meest opvallend is de stad Antwerpen met haar wijde agglomeratie en het havengebied. Ook de rest van het Benedenscheldebekken is vrij sterk verstedelijkt: het bekken ligt grotendeels in de Vlaamse Ruit en kent een hoge graad van verharding.
Het Benedenscheldebekken speelt zowel op het Vlaamse als op het Europese niveau een belangrijke rol in het goederentransport via het water.
In het Benedenscheldebekken vinden we relatief veel industrie terug. Het zwaartepunt van de industriële activiteit situeert zich in het Antwerpse havengebied. Verder komen verspreid over het bekken nog enkele belangrijke kernen voor: bijvoorbeeld op de as Antwerpen-Brussel met kern in de omgeving van Willebroek, de as Antwerpen-Gent met kern in de omgeving van Sint-Niklaas, de as Sint-Niklaas-Mechelen en het Economisch Netwerk Albertkanaal.
Landbouw is vrij gelijkmatig verspreid over het bekken. Enkel in het oostelijk deel van het bekken is landbouw nagenoeg afwezig als gevolg van de urbanisatiedruk en de havenuitbreidingen.
Langs de Schelde, de Durme en het havengebied vinden we enkele grote Vogel- en Habitatrichtlijngebieden. De Schelde en zijrivieren spelen een belangrijke rol voor toerisme en recreatie.