Bodemgebruik
'Open ruimte met lintbebouwing'
Driekwart van de open ruimte in het Netebekken wordt ingenomen door weiland en grasland, bos, en akker- en tuinbouw. Elk nemen ze ongeveer een kwart voor hun rekening.
Weiland en grasland komen verspreid over het gehele bekken voor. Ook akkerbouw komt verspreid voor, maar in de valleien is het aandeel wel kleiner dan elders. De grote boscomplexen vinden we vooral op het Kempens Plateau, in Arendonk en op de heuvelrug tussen Herentals en Kasterlee.
De bebouwing (verharde oppervlakte) is de laatste decennia in sterke mate toegenomen. Door die toename is de verstedelijkingsgraad opgelopen tot meer dan 25%. Deze verstedelijking is merkbaar in de vorm van geconcentreerde bebouwing in en rondom de steden (Lier, Herentals, Turnhout, Geel) en een opvallend verspreide bebouwing met lintkarakter langs de verkeersroutes die de steden en gemeenten verbinden.
In het verleden was het watersysteem een sterk bepalende factor voor het bodemgebruik in een gebied: valleigronden werden in gebruik genomen als hooiland terwijl de drogere percelen in aanmerking kwamen voor landbouw of huisvesting. De laatste decennia is hierin veel verandering gekomen: grote delen van valleigebieden zijn ingericht voor bewoning, infrastructuur, industrie, landbouw… . Dit heeft de afstroming en het bergend vermogen van de valleien ingrijpend beïnvloed.