visie
De Mark kent één van de laagste rioleringsgraden in het Denderbekken, maar er staan wel heel wat projecten gepland. Belangrijke te saneren clusters bevinden zich onder meer te Galmaarden in de Geraardbergsestraat, de aansluiting van Commijn en Romont te Bever en de Lindestraat te Herne. Het zuiveringsgebied van Galmaarden wordt ook gekenmerkt door een hoge mate van verdunning. Het is daarom belangrijk om in het afstroomgebied onverharde oppervlaktes af te koppelen van het rioolstelsel. Ook de uitbreiding van de RWZI van Galmaarden zal hiertoe bijdragen. Andere afkoppelingen situeren zich onder meer ter hoogte van de Beverbeek, Hollebeek (Geraardsbergen) en Scheibeek. Deze afkoppelingsprojecten situeren zich vaak nabij de bovenlopen van de waterlopen. Deze gebieden kampen ook vaak met een belangrijke erosieproblematiek. Samenwerking met de erosiecoördinatoren, betrokken landbouwer en gemeente is hier dus noodzakelijk. Bijkomende inspanningen zijn vooral nodig rond de Beverbeek, Wijze Beek, Arenbergbeek, Hollebeek (Galmaarden) en Arebeek. Een gerichte handhaving van onder meer de 5m- zone voor bemesting en 1m-zone voor grondbewerking en gebruik gewasbeschermingsmiddelen is noodzakelijk. Indien nodig kan in samenwerking met betrokken landbouwers gestart worden met een oeverzoneproject. De Beverbeek is nog steeds een heel slecht scorende waterloop in het afstroomgebied. Verder onderzoek moet uitwijzen of het filteren van drainagewater een maatregel kan zijn om de waterkwaliteit hier verder te verbeteren, gecombineerd met een gerichte handhaving van een aantal grotere bedrijven langs de waterloop.
De komende jaren zal er ook meer ingezet worden op biologische en ecologische herstelmaatregelen. Sinds een paar jaar loopt het Totaalplan Mark, dat onder meer een aantal belangrijke vismigratieknelpunten op de Mark oplost. Zo blijven er nog twee grote knelpunten op de Mark zelf over, ter hoogte van de Waltrudismolen en de Van Nerommolen. De structuurkwaliteit van de Mark en van haar zijwaterlopen scoort momenteel al vrij goed. Daarbovenop kan er op verschillende trajecten terug werk gemaakt worden van een aanplant van waterplanten. Bijna de gehele Markvallei is aangeduid als habitatrichtlijngebied. Het Agentschap Natuur en Bos is in 2020 gestart met de opmaak van een natuurbeheerplan. Afstemming van dit plan op doelstellingen van de kaderrichtlijn water is belangrijk om maximale winsten te halen uit de maatregelen voor beide doelstellingen. Er kan onderzocht worden of er nog bijkomende vispopulaties kunnen uitgezet worden nu de waterkwaliteit langzaam verbetert en er heel wat vismigratieknelpunten opgelost geraken. Tegelijk kan er in kader van de exotenbestrijding werk gemaakt worden van de aanleg van een krabbensleuf aan de monding van de Mark in de Dender.
Het afstroomgebied van de Mark is een zeer overstromingsgevoelig gebied. Met het Totaalplan Mark worden onder meer 4 wachtbekkens aangelegd langs de Mark. Het is belangrijk om ook bronmaatregelen te nemen om het hemelwater op te vangen. Een hemelwater- en droogteplan kan hier een belangrijk hulpmiddel zijn.
Tot slot kan het integraal waterbeleid in het afstroomgebied van de Mark alleen maar succesvol zijn als dit door alle betrokken partners en over alle grenzen heen getrokken wordt. Vandaar ook het belang om hier volop in te zetten op een grensoverschrijdende aanpak. De Mark ontspringt immers in Wallonië en mondt terug in Wallonië uit in de Dender. Op beide trajecten zijn er nog mogelijkheden in de zoektocht naar een betere waterkwaliteit en waterkwantiteitstoestand, door het onder meer inschakelen van de winterbedding afwaarts, het oplossen van een groot vismigratieknelpunt ter hoogte van de Schillebeeklokte in de Mark, etc. Met een integrale aanpak worden gemeenschappelijke doelen immers sneller bereikt.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL08_72 - MARK (Denderbekken), L107_433 - BEVERBEEK, L107_434 - SCHEIBEEK, L107_435 - AREBEEK.