Bodemgebruik
De open ruimte in het Demerbekken wordt voornamelijk ingenomen door akkerland (40%). Akkers en boomgaarden liggen in hoofdzaak in het zuidelijk deel van het bekken (Hageland en Haspengouw) omwille van de vruchtbare leemgronden.
Weiland (20 %) komt vooral voor op de nattere gronden in de valleien van de waterlopen.
Het Demerbekken kent een kleine verstedelijkingsgraad en daarmee gepaard een relatief lage graad van verharding (20 %). De verstedelijking concentreert zich in de agglomeraties van Hasselt, Aarschot, Diest, Tienen, Sint-Truiden, Beringen, Houthalen, Genk en langsheen de (auto)wegen enkanalen. In het noordelijk gedeelte van het bekken komt veel lintbebouwing en verspreide bebouwing voor. De toename van verharde oppervlakte hypothekeert in bepaalde gebieden de infiltratiecapaciteit en zorgt voor een versnelde afvoer.
Het noordelijk deel van het bekken is meer bebost (16 %). Op het Kempens Plateau (oostelijk deel van het bekken) komen verschillende grote aaneengesloten bos-gebieden en heidegebieden voor.
Belangrijke waterplassen (1 %) zijn terug te vinden in het oosten van het bekken, met o.m. ‘De Wijers’, de Paalse plas en het Schulensmeer. Maar ook het grootste natuurlijke binnenmeer van Vlaanderen, het 'Vinne' situeert zich in hete Demerbekken.