visie
De waterkwaliteit van de Weesbeek (speerpuntgebied type 2) is momenteel ontoereikend, voornamelijk door de te hoge fosforconcentratie. Een aantal belangrijke rioleringsprojecten dienen nog uitgevoerd te worden. Ook diffuse verontreiniging via erosie of vanuit landbouwpercelen speelt een rol. Biologisch scoort de Weesbeek wel al vrij goed. Zowel de Weesbeek als de Molenbeek hebben een zeer groot ecologisch potentieel. Beide waterlopen stromen door habitatrichtlijngebied. De structuurkwaliteit zelf kan wel nog sterk verbeterd worden. In het stroomafwaartse deel komen wel nog waardevolle trajecten voor. Ook de sanering van de verschillende vismigratieknelpunten, waaronder enkele molens (bijvoorbeeld de Servaasmolen (Boortmeerbeek) en de Heersemmolen (Veltem-Beisem), is wenselijk. De visindex scoort momenteel dan ook nog ontoereikend.
Verschillende bewoonde zones in het valleigebied (bijvoorbeeld Terbronnen, Zonnewoud, …) kampen geregeld met wateroverlast. Onderzoek wees uit dat de zones die hydrologisch het meest geschikt zijn voor waterberging ecologisch zeer waardevol zijn en te kwetsbare specifieke, op Europees en Vlaams niveau beschermde, habitats herbergen om als overstromingsgebied te kunnen fungeren. Bestrijding van wateroverlast via zoeken naar alternatieve locaties voor waterberging, bevorderen van infiltratie, erosiebestrijdingsmaatregelen, ... is dan ook een belangrijk streefdoel in deze regio.
Niet alleen wateroverlast vormt een knelpunt. In de zomer staan de bovenlopen van de Weesbeek ook vaak droog. Daarom moet gewerkt worden aan maatregelen om waterconservering en infiltratie te bevorderen.
Het bekkensecretariaat startte voor de Weesbeek en de Leibeek-Laakbeek in 2017 een integraal project op. Dit wordt ook in deze planperiode verdergezet, en kan leiden tot extra acties.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL05_90 - WEESBEEK.