visie
De Laan heeft nog grotendeels zijn natuurlijk, vrij meanderende karakter kunnen behouden, en is wat structuurkwaliteit betreft dan ook, samen met de Dijle, de beste waterloop in het Dijle-Zennebekken. Ook de waterkwaliteit scoort hier al vrij goed, maar heeft de goede toestand nog niet bereikt (speerpuntgebied type 1). Het voornaamste knelpunt zijn de nutriënten stikstof en fosfor. Deze blijken voornamelijk afkomstig te zijn uit de zijlopen van de Laan vanuit het landbouwgebied. De Laan zelf stroomt voornamelijk door Habitatrichtlijngebied en is dus vrij goed gebufferd tegen diffuse instroom van nutriënten. Buiten de vallei wordt wel intensief aan landbouw gedaan. Het beperken van de instroom van nutriënten vanuit de landbouw en het uitvoeren van erosiebestrijdingsmaatregelen zijn hier belangrijke aandachtspunten. De Laan is dan ook opgenomen als focusgebied voor erosiebestrijding en het tegengaan van nutriëntaanrijking in het Europese Life IP project Belini.
Daarnaast kan ook de verdere uitbouw van de saneringsinfrastructuur bijdragen aan de verbetering van de waterkwaliteit. In het afstroomgebied van de Laan komen immers nog een aantal (meestal wel kleinere) groene clusters voor op het zoneringsplan.
Het brongebied en een belangrijk deel van het afstroomgebied van de Laan bevinden zich in Wallonië. Het Waalse deel van het afstroomgebied is meer verstedelijkt, met woongebieden en industriegebieden langs de rivier. Overleg en afstemming met de partners in het Waals Gewest, zoals al regelmatig gebeurt met het GOW Dijle-Gete en het IWP Laan, is dus noodzakelijk om voor de Laan de goede waterkwaliteit te bereiken. Op Vlaams grondgebied zijn er geen structurele vismigratieknelpunten meer aanwezig. Het verder oplossen van de knelpunten aan Waalse zijde zal de visgemeenschappen aan beide zijden van de taalgrens verbeteren.
Ook binnen de instandhoudingsdoelstellingen voor de Dijle- en Laanvallei wordt de verbetering van de waterhuishouding en van de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit als één van de meest prioritaire acties voorgesteld. Een ander aandachtspunt voor de Laan is de bestrijding van exoten. Japanse duizendknoop en Reuzenbalsemien komen op bepaalde plaatsen in de Laanvallei veel voor. Voor een gecoördineerde aanpak is afstemming met de Waalse collega’s belangrijk.
De Laan werd in het verleden aangeduid als één van de prioritair te saneren waterbodems, onder andere door de hoge aanwezigheid van PAK’s en PSB’s. De waterbodemkwaliteit van de Laan kan dus een mogelijk knelpunt vormen. Het is momenteel niet duidelijk wat het effect hiervan is op de ecologische toestand. Verder onderzoek moet hier nagaan of een waterbodemsanering noodzakelijk is of eerder meer milieuschade berokkent dan het in situ houden van de vervuiling.
In het integraal project Laan brengt het bekkensecretariaat alle betrokken partners samen om te werken aan de goede toestand voor de Laan.
Raadpleeg de gegevens over druk & impact, milieudoelstellingen, reductiedoelen & afwijkingen en beoordeling in de waterlichaamfiches VL11_84 - LAAN, L110_1100 - ZILVERBEEK.