De Dijle, parel ten zuiden van Leuven
De Dijle ontspringt nabij Houtain-Le-Val (Waals-Brabant) en stroomt in Huldenberg Vlaanderen binnen.
Het is een bronrivier met een vrij constant basisdebiet. Ook de bovenlopen (Laan, IJse, Voer, Nethen, Molenbeek en Vunt) worden door bronnen gevoed. Naast de bronbeken heeft de mens in het zuidelijke deel talrijke leigrachten en leibeken aangelegd om de vallei te ontwateren.
Ten zuiden van Leuven is de Dijle nog een natuurlijke, meanderende rivier en staat ze in nauw contact met haar natuurlijke overstromingsvlakte. De Doode Bemde is hiervan het best gekende voorbeeld, maar eigenlijk wordt zo goed als de volledige vallei ingeschakeld als natuurlijk overstromingsgebied ter bescherming van Leuven.
In Werchter mondt de Demer uit in de Dijle. Hier is er nog invloed van de getijdenwerking. Vanaf dit punt is de Dijle als bevaarbaar gecategoriseerd. In het bevaarbare deel van de Dijle monden nog de Grote Laak, de Weesbeek, de Barebeek, de Vrouwvliet en uiteindelijk de Zenne uit.